Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
feiten, meningen en argumenten
Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Herhalen paragraaf 4 lezen: feiten, meningen en argumenten.
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
3 vidéos
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
Herhalen paragraaf 4 lezen: feiten, meningen en argumenten.
Slide 1 - Diapositive
Het programma
Lezen: feiten, meningen en argumenten
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen van deze les over hoofdstuk 4
Doel
Je kunt feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen. En je kunt argumenten gebruiken om een standpunt te onderbouwen.
Waarom leer je dit?
Je begrijpt een tekst beter.
Je kunt beter je eigen mening formuleren.
Je kunt gemakkelijker beoordelen of informatie betrouwbaar is.
Slide 3 - Diapositive
Pak je laptop
We gaan oefenen in LessonUp.
Slide 4 - Diapositive
Feiten
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar is:
– Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
Slide 5 - Diapositive
Meningen en standpunten
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met iemands mening kun je het eens of oneens zijn.
Een mening herken je soms (maar lang niet altijd!) aan signaalwoorden als: ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens.
Slide 6 - Diapositive
Argumenten
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument.
Een argument herken je aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers:
– Je zou dat blauwe jasje aan moeten doen naar het Lentefeest. (= mening) Dat staat je namelijk geweldig! (= argument)
Je gebruikt dus argumenten om je standpunt te onderbouwen. Deze argumenten kunnen vervolgens weer meningen of feiten zijn.
Slide 7 - Diapositive
Feit
/mening/argument
Noem een feit
(kun je controleren)
Noem een mening
Noem een argument
Slide 8 - Diapositive
een feit:
Slide 9 - Carte mentale
een mening:
Slide 10 - Carte mentale
1.Wat is een feit?
A
een feit is altijd waar
B
een feit is altijd onwaar
C
een feit is waar of onwaar en je kunt het controleren
D
een feit is waar of onwaar, maar je kunt het niet controleren
Slide 11 - Quiz
2.Wat is een mening of standpunt?
A
iets wat je goed vindt, je bent het ermee eens
B
iets wat je vindt, je kunt het eens of oneens zijn
C
iets wat je niet goed vindt, je bent het er niet mee eens
D
iets wat waar is, je kunt het controleren
Slide 12 - Quiz
3. Wat geef je aan in een argument?
A
waarom je het met iets eens bent
B
hoe je iets kunt controleren
C
waarom je iets vindt
D
waarom je het met iets oneens bent
Slide 13 - Quiz
Feit of mening?
4. Feyenoord is de beste club van Nederland.
A
Feit
B
Mening
Slide 14 - Quiz
Feit of mening?
Klas 2HVd is de leukste klas van Broklede.
A
Feit
B
Mening
Slide 15 - Quiz
5. Feit, mening, of argument?
Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 16 - Quiz
3
Slide 17 - Vidéo
00:23
6. Het stelt niks meer voor.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 18 - Quiz
01:29
0
Slide 19 - Vidéo interactive
01:29
7. Omdat ik het nooit eerder heb gezien.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 20 - Quiz
8. Feit, mening of argument?
Omdat ik morgen naar de tandarts moet.......
A
Feit
B
Mening
C
argument
D
Geen van alle
Slide 21 - Quiz
9. feit/mening?
Hij heeft oortjes en staart naar zijn telefoonscherm.
A
feit
B
mening
C
geen idee
Slide 22 - Quiz
10. Feit, mening
of argument?
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 23 - Quiz
1
Slide 24 - Vidéo
00:09
11. Een spectaculair concert..
Slide 25 - Diapositive
12. Feit, mening of argument?
Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 26 - Quiz
13. Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 27 - Quiz
14. Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 28 - Quiz
Aan de slag!
Ga verder met de online oefeningen bij paragraaf 2 en 3 van Meer dan lezen.
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
feiten, meningen en argumenten en spelling
Janvier 2021
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
feiten, meningen en argumenten
Janvier 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
emc 2 week 11 feiten, meningen en argumenten
Décembre 2020
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lezen H3 + H4
Novembre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Lezen H4 - les 1
Novembre 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Feiten, meningen en argumenten
Novembre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
H3 en H4 Lezen
Février 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Feiten, meningen en argumenten
Mai 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3