Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
EC6_waarom werken we?
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
"Je kunt minimaal vier redenen opnoemen waarom mensen werken."
"Je kunt voorbeelden van geschoold en ongeschoold werk opnoemen."
"Je kan opnoemen wat er in een arbeidsovereenkomst staat."
"Je kan aangeven wie de cao uit onderhandel en voor wie de cao is bedoeld."
"Je kan aangeven wat het begrip minimumloon betekent."
"Je kan het verschil tussen zwartwerk, witwerk en grijswerk uitleggen."
"Je kan het nettoloon berekenen en je kan aangeven wat het verschil tussen netto en brutoloon."
Slide 2 - Diapositive
Waarom werken mensen?
Geld verdienen
Voor de sociale contacten
Om iets nuttigs te doen in je leven
Om regelmaat te hebben in je leven
Om nieuwe dingen te leren
Al deze redenen noemen we arbeidsmotieven
Slide 3 - Diapositive
Geschoold en ongeschoold werk
Je doet ongeschoold werk wanneer je geen diploma's nodig hebt voor de baan die je doet. Voorbeelden zijn schoonmaker en afwashulp.
Je doet geschoold werk wanneer je juist wel een diploma nodig hebt. Voorbeelden zijn leraar en bouwvakker.
In Nederland zijn er veel geschoolde banen, ongeschoold werk vind je steeds minder.
Voor veel banen moet je wel iets van scholing hebben gehad.
Slide 4 - Diapositive
Wat is geen ongeschoold werk?
A
schoonmaker
B
vakken vuller
C
automonteur
D
krantenwijk
Slide 5 - Quiz
Wanneer je gaat werken, teken je een arbeidsovereenkomst.
Een arbeidsovereenkomst is een document waarin staat:
Wat je taken en functie zijn.
Hoeveel uur je per week werkt.
Hoeveel loon je krijgt.
Wat de secundaire voorwaarden zijn:
dus wat je naast je loon extra krijgt, zoals een auto van de zaak of een 13e maand
Slide 6 - Diapositive
Primaire arbeidsvoorwaarden
Secundaire arbeidsvoorwaarden
Pensioen
Salaris
Vakantiedagen
Werktijden
Werkkleding
Scholing
dertiende maand
Slide 7 - Question de remorquage
Veel arbeidsovereenkomsten komen uit een cao
Cao staat voor Collectieve Arbeidsovereenkomst.
Hierin staan alle afspraken die voor een beroep gelden.
Je hebt bijvoorbeeld een cao voor leraren, koks en kappers. Hierdoor hebben alle personeelsleden met dezelfde functie in de horeca dezelfde arbeidsovereenkomst.
Elke leraar in Nederland krijgt bijvoorbeeld een 13e maand, omdat dit in onze cao staat.
Wat in de cao staat, is de minimale beloning voor een beroep. De werkgever mag je natuurlijk wel meer geven als ze willen. Dit gebeurt ook vaak bij beroepen waar een tekort aan mensen is.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
En er is een minimumloon
Het wettelijke minimumloon verplicht werkgevers om een minimaal salaris te betalen.
(In Nederland is dit €2.190 per maand, waarbij een werkweek maximaal 40 uur mag zijn. Dit is 400 euro meer dan 2 jaar geleden.)
De Inspectie SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid):
Controleert of bedrijven en organisaties de bovengenoemde wetten naleven. Wanneer een bedrijf de bovengenoemde wetten niet nakomt, krijgt het een boete.
Slide 10 - Diapositive
Alternatieven voor witwerken
Je kunt ook grijswerk doen. Je doet dan onbetaald werk (werk waar je geen geld voor krijgt).
Dit is vaak vrijwilligerswerk of je maatschappelijke stage.
Tot slot kun je, als je geen zin hebt om belasting te betalen, zwartwerken. Je krijgt dan betaald, maar bent niet beschermd door de wetten die werknemers beschermen.
Daarnaast betaal je geen belasting en ben je ook niet verzekerd. Zwartwerken is illegaal en strafbaar
Slide 11 - Diapositive
In welke situatie is er sprake van "grijs werken" ?
A
Maria werkt als verpleegkundige 2 dagen per week
B
Opa Piet doet een krantenwijk om fit te blijven
C
Rick is timmerman en beunt op zaterdag een paar uurtjes
D
Nicole doet vrijwilligerswerk in het buurthuis
Slide 12 - Quiz
Tot slot krijgt iedereen die werkt nettoloon op zijn bankrekening gestort, maar de baas betaalt je brutoloon
Brutoloon is het bedrag dat je werkgever jou betaalt, maar waarvan er belastingen en premies ingehouden worden.
De belasting gaat naar de overheid, en de premies worden gebruikt om uitkeringen te betalen en pensioen op te bouwen.