Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Training 6 - Vertrouwen en zelfvertrouwen
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
terugblik
Oefening:Vallen in de kring
Vertrouwen/zelfvertrouwen
Oefening: Doolhof
metafoor
Slide 2 - Diapositive
Even een terugblik
Noem eens een kernwaarde...heb je er deze week opgelet?
Slide 3 - Diapositive
zelf
vertrouwen
Slide 4 - Diapositive
opvangen
vallen in de kring
Slide 5 - Diapositive
Theorie 'Wat straal je uit?'
Hoe je je gedraagt, bepaalt voor een groot gedeelte hoe mensen op je reageren. Voorbeelden:
1. Maaike is een week ziek geweest en weet het huiswerk niet. Ze vraagt met een zachte stem aan haar klasgenoot wat het huiswerk is. Haar klasgenoot heeft niet door dat Maaike tegen haar praat. Zij was iets in haar tas aan het zoeken.
2. Eline heeft ook een aantal lessen gemist. Ze vraagt duidelijk aan de klassenvertegenwoordiger wat het huiswerk is terwijl die haar aankijkt. Deze wil haar graag helpen en is zo vriendelijk haar eigen aantekeningen te delen.
Slide 6 - Diapositive
Wat is zelfvertrouwen:
Zelfvertrouwen is, zoals het woord al zegt, het vertrouwen dat je in jezelf hebt
Het is een realistische kijk op je eigen kunnen;
Het vertrouwen dat je zelf taken en hindernissen aankunt.
Bijvoorbeeld presenteren.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
5 tips voor meer zelfvertrouwen
1. Wees je bewust van je gedachten
De reden van je onzekerheid in een situatie is dat je er bepaalde gedachten op nahoudt
2. Heb helpende gedachten
positieve gedachten die echt waar zijn.
3. Ga uitdagingen niet uit de weg
Als je denkt dat je iets niet kunt, doe het dan toch
Slide 9 - Diapositive
5 tips voor meer zelfvertrouwen
4. Weet wat je kwaliteiten zijn
Maak voor jezelf inzichtelijk wat jouw kwaliteiten en successen zijn
5. Leer jezelf te accepteren zoals je bent
Ga uit van je eigen kracht. Iedereen is anders en dat is maar goed ook
Slide 10 - Diapositive
Checklist zelfverzekerd gedrag
Hoofd rechtop.
Rug recht.
Schouders naar achteren.
Voeten stevig op de grond.
Kijk personen recht aan.
Als je iemand een hand geeft doe je dat stevig en kijk je de persoon aan.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.