3e jaars detailhandel les1

Detailhandel
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DetailhandelPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Detailhandel

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je na vandaag
  • Wat detailhandel is.
  • Wat een groothandel is.
  • Wat het verschil is tussen groothandel en detailhandel.
  • Welke soorten detailhandel er zijn.
  • Welke kwaliteiten belangrijk zijn om in de detailhandel te kunnen werken. 

Slide 2 - Diapositive

Detailhandel
Wat is detailhandel?
  • Winkels die producten verkopen aan consumenten.

Wat zijn producten?
  • Producten zijn spullen of diensten die te koop worden aangeboden. Bijvoorbeeld: snoep, eten, TV, telefoonabonnement


Slide 3 - Diapositive


Wat zijn consumenten?
  • Mensen die producten kopen in de winkel.

Slide 4 - Diapositive

Detailhandel

Slide 5 - Carte mentale

Werken in de detailhandel

Slide 6 - Diapositive

Welke soorten detailhandel zag je in het filmpje?

Slide 7 - Question ouverte

In welke winkel zou jij willen werken? Vertel ook waarom.

Slide 8 - Question ouverte


Groothandel

Slide 9 - Diapositive

Groothandel 
  • NIET voor consumenten
  • voor andere bedrijven
  • levert in grote aantallen


Detailhandel
  • consumenten
  • kleinere winkels
  • iedereen kan er kopen

Slide 10 - Diapositive

Branche
- Ongeveer hetzelfde assortiment.
- Hetzelfde soort artikelen verkopen.

Zo bestaat de schoenenbranche uit alle winkels die schoenen verkopen. Om erachter te komen bij welke branche een winkel hoort kijk je dus naar het assortiment.

Slide 11 - Diapositive

Bedieningsvorm

De manier waarop je de klant in een winkel helpt

Slide 12 - Diapositive

Bedieningsvorm
  1. Zelfbediening; klant kan alles zelf doen
  2. Semi-zelfbediening; klant kan het zelf doen, maar kan ook geholpen worden
  3. Bediening; de klant wordt helemaal geholpen

Slide 13 - Diapositive

Wat is detailhandel
A
Een kledingwinkel
B
Winkels wat je eten kan kopen
C
Winkels die producten verkopen aan consumenten
D
Een plek waar consumenten producten kunnen verkopen.

Slide 14 - Quiz

Soorten detailhandel

Slide 15 - Carte mentale

Noem 1 verschil tussen groothandel en detailhandel

Slide 16 - Question ouverte