les 1 detailhandel blz 5

• Detail
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Welkom Verkopers

1 detailhandel blz 5 (begrippen blz 38-39)

werken in de winkel is werken in de 

DETAIL

detail  betekent klein

je koopt in kleine hoeveelheden.. 1 pak melk of 2 broden

alle winkels samen noemen we de detailhandel

en we gebruiken ook wel het woord retail

Handel

Handel is het kopen en verkopen van producten.

Consument

de klant die wat koopt in de winkel noemen we de consument

en als de producten dan gebruikt worden noemen we dit Consumeren

De Groothandel

de winkel koopt zijn producten bij de groothandel

hier zit het woordje Groot in

dus de groothandel verkoopt aan de winkel en de winkel verkoopt aan de consument!

Winkelsoorten, fysieke winkels

daar ga je naar toe

Er zijn veel soorten winkels

# Supermarkt

# Bouwmarkt

# Tuincentrum

# warenhuis

# speciaalzaak

Wat verkopen ze NIET in een tuincentrum

1. snijbloemen
2. tuingereedschap
3. slippers
4. graszaad

wat verkopen ze in een bouwmarkt?

1. kleding
2. verf
3. fruit
4. vis

winkelketen

een winkelketen heeft veel winkels, misschien zijn ze in elke stad wel te vinden. b.v. H&M

ze maken en kopen in grote hoeveelheden en die slaan ze op in distributiecentra

de supermarkt

meestal horen ze bij een winkelketen

ken jij er een?????

je hebt ook speciaalzaken deze verkopen vaak iets speciaals bv kaas of chocola, maar dan wel heel veel soorten van het product

nog meer soorten

de buurtwinkel: klein en in de buurt

een discounter: die verkoopt vooral alles voor een lage prijs

een Warenhuis: een grote winkel met heel veel soorten producten

tot hier was het huiswerk

les 2 blz 16 

een woonwinkel alles voor in en om het huis

een bouwmarkt: om te klussen voor in en om het huis

een Tuincentrum: alles voor in de tuin

een Outlet: ze verkopen bekende dure merken voor lage prijzen

ben je bij alle soorten wel eens geweest???

andere winkelsoorten (blz 19)

markt: elke week komen de koopmannen op een plek

Ambulante handel: verkopen op de weg

webshop

online winkelen op het internet

heel populair

waarom is het slecht voor de fysieke winkels???

Er zijn verschillende winkels!!

# verschillende producten

# je wordt er verschillend geholpen

# prijzen zijn verschillend

Branche

een verzamelnaam van alle winkels die ongeveer het zelfde verkopen

Branche (hetzelfde assortiment)

Sommige winkels hebben hetzelfde assortiment.

Zij horen bij dezelfde Branche

bedieningsvormen ((blz 24)

1=zelfbediening

2=semi-zelfbediening

3=bediening

een voorbeeld van zelfbediening

1. bakker
2. slager
3. jumbo
4. kapper

een voorbeeld van SEMI-zelfbediening

1. perry sport
2. bakker
3. kapper
4. aldi

service en prijs

je biedt de klant iets extra's zoals advies, je pakt een cadeau in, helpen met een probleem

het product thuis bezorgen

we noemen het service distributie

de klant wordt er blij van en komt graag bij je terug, hij is dan winkeltrouw

prijsdistributie

winkels willen veel verkopen door heel goedkoop te zijn

We maken nu de samenvatting op blz 32

en op blz 38 en 39 staan de woorden die je in de volgende les moet kennen. Je krijgt dan je eerste toets.

WINKELGROOTTE  (blz 20)

De winkelgrootte heeft te maken met het aantal medewerkers.

kleinbedrijf   

middenbedrijf

grootwinkelbedrijf

maak opgave 6 t/m 9

wat zal de winkelgrootte zijn?

Assortiment

Alle artikelen die in een winkel te koop zijn noemen we het Assortiment

Een assortiment heeft artikelgroepen

deze artikelen horen bij elkaar

WINKELVERKOOP

Worden je producten in een winkel verkocht dan heb je winkelverkoop

Je hebt ook                         

 niet-winkelverkoop

b.v een marktkraam of een webshop (online)