Gustar

¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?

Slide 1 - Diapositive

Gustar
Hoe gebruik je het werkwoord ''Gustar, encantar, interesar,molestar,parecer''?

Slide 2 - Diapositive

Deze les doe je:
  • Individueel en zelfstandig
  • In stilte. Overleggen? Doe dit zachtjes!
  • Steek je vinger op bij vragen
  • Gebruik bij de filmpjes je oortjes

Slide 3 - Diapositive

Stap 1
Tijdens deze stap ga je kennismaken met het werkwoord. Hoe wordt het ongeveer gebruikt? Dat ga je uitzoeken! 
Kies hiervoor uit opdracht A, B of C:
A. Leesopdracht 
B. Kijk- en luisteropdracht
B. Liedje 

Slide 4 - Diapositive

Opdracht A
In de volgende e-mail vertelt Teo wat over zichzelf en daarvoor gebruikt hij onder andere het werkwoord gustar. Kijk goed naar hoe hij deze gebruikt.


Slide 5 - Diapositive

¡Hola desde Albania!
 ¿Qué tal?
Me llamo Teodora Protopsaltis y soy medio española y medio italiana, pero en estos momentos vivo y trabajo en Tirana. Tengo 45 años, soy cooperante y me encanta aprender idiomas. Estudio griego y francés. También me gusta mucho viajar y conocer otras culturas y me encantan la fotografía y el cine. Me gusta bastante salir por la noche con mis amigos y ver una película. Mi gran pasión es la música, me interesan todos los estilos. Aquí en Albania no salgo mucho pero cuando estoy allí en Madrid me encanta ir a bailar, ¿y a ti? ¿Qué te gusta hacer el fin de semana? Si tienes tiempo libre y quieres participar en el grupo de conversación, puedes escribirme a esta dirección de correo electrónico.
 ¡Hasta pronto!
Teo

Slide 6 - Diapositive

Kijk naar hoe gustar wordt gebruikt in de e-mail en schrijf minimaal twee vormen op die je tegen bent gekomen’’

Slide 7 - Question ouverte

Opdracht B
Het volgende filmpje gaat over Cristina, die vertelt over verschillende dingen die ze wel en niet leuk vindt. Hiervoor gebruikt ze regelmatig het werkwoord ‘’gustar’’. Kijk en luister goed naar hoe ze dit doet. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Hoe gebruikt Cristina gustar? Schrijf een voorbeeld op uit het filmpje

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht C
In het volgende liedje zingt Manu Chau over wat hij allemaal leuk vindt. Hierbij zingt hij zowel in het Spaans als in het Frans. Het werkwoord ‘’gustar’’ wordt heel vaak gebruikt. Let goed op hoe hij dit gebruikt.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Hoe gebruikt Manu Chao gustar? Noem een voorbeeld uit het liedje

Slide 13 - Question ouverte

Stap 2
Tijdens deze stap ga je ontdekken hoe je het werkwoord ‘’gustar’’ nou echt gebruikt. De uitleg hiervan krijg je via een of meer van de volgende filmpjes. Kies een of meer filmpjes voor de uitleg, zet hem indien nodig even op stop en maak als je het fijn vindt aantekeningen voor jezelf.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Stap 3
Nu je weet hoe je het werkwoord gustar moet gebruiken, is de volgende stap: het oefenen. De volgende twee oefeningen van het internet, zijn invuloefeningen. Maak alle twee de oefeningen. Open de website om naar de oefening te gaan, vul de zinnen in, controleer je antwoorden en ga na wat goed of fout is gegaan. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Lien

Eindproduct: poster

Kies een programma om de poster mee te maken. Dit kun je via smore doen, maar je bent vrij in je keuze. 
Je gaat een poster over dingen die je wel en niet bevalt/leuk vindt. Hiervoor gebruik je natuurlijk het werkwoord ‘’gustar’’.   


Slide 23 - Diapositive

eindproduct: poster
Wat moet er allemaal in de poster staan?
• Minimaal 6 kopjes
• Per kopje gebruik je minimaal 15 woorden. Naast het aangeven waar je (niet) van houdt, vertel je er ook iets over. Bijvoorbeeld waarom je iets leuk vindt.
• Gebruik zowel gustar in de meervoudsvorm als de enkelvoudsvorm, zoals me gusta en me gustan
• Vertel ook over wat je niet, een beetje of heel erg leuk vindt
• Vertel over een klasgenoot/vriend(in)/famililid wat hij of zij leuk/niet leuk vindt
• Vertel over wat jullie alle twee leuk/niet leuk vinden
Laat je eindproduct controleren door de docent en afvinken 
Ga naar de volgende dia voor de link naar de voorbeeld-poster van Smore

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Evaluatie
Beantwoord de volgende vragen over de les via de enquête.
Zie link volgende dia -->

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Slide 28 - Diapositive