Gustar

Gustar
Hoe gebruik je het werkwoord ''Gustar''?
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Gustar
Hoe gebruik je het werkwoord ''Gustar''?

Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a aprender?
Lesdoel: het werkwoord gustar kunnen gebruiken in een zin

Slide 2 - Diapositive

el programa
  • instructie programma en opdrachten
  • Via ''lessonup'' werkt iedereen zelfstandig aan de opdrachten deze les
  • Benodigheden: Laptop en oortjes
  • Klaar? Oefenen voor SO
  • Niet af? Huiswerk!

Slide 3 - Diapositive

Instructie
Vandaag ga je leren hoe je het werkwoord gustar gebruikt, via dit computerprogramma. Zolang je de dia's blijft volgen en de opdrachten uitvoert, wijs alles voor zich. Wat je gaat tegenkomen, is het volgende:

Slide 4 - Diapositive

Deze les doe je:
  • Individueel en zelfstandig
  • In stilte. Overleggen? Doe dit zachtjes!
  • Steek je vinger op bij vragen
  • Gebruik bij de filmpjes je oortjes

Slide 5 - Diapositive

instructie
Een stappenplan:
  1. Kennismaking -  In deze opdracht ga je kennis maken met het werkwoord. Je kunt kiezen uit 3 opdrachten.
  2. Uitleg - Kies een of meer filmpjes die je wil kijken voor de uitleg van het werkwoord.
  3. Oefenen - voor deze opdracht maak je twee oefeningen, om te kijken of je snapt hoe het werkwoord werkt.

Slide 6 - Diapositive

Instructie
Het eindproduct
Het eindproduct dat je maakt, is de projectopdracht van Unidad 4. Proyecto 4 uit de reader hoef je niet meer te maken. 
Zorg ervoor dat je het eindproduct laat controleren bij de docent, zodat deze opdracht afgevinkt kan worden op de afvinklijst. ¡Suerte!

Slide 7 - Diapositive

Stap 1
Tijdens deze stap ga je kennismaken met het werkwoord. Hoe wordt het ongeveer gebruikt? Dat ga je uitzoeken! 
Kies hiervoor uit opdracht A, B of C:
A. Leesopdracht 
B. Kijk- en luisteropdracht
B. Liedje 

Slide 8 - Diapositive

Opdracht A
In de volgende e-mail vertelt Teo wat over zichzelf en daarvoor gebruikt hij onder andere het werkwoord gustar. Kijk goed naar hoe hij deze gebruikt.


Slide 9 - Diapositive

¡Hola desde Albania!
 ¿Qué tal?
Me llamo Teodora Protopsaltis y soy medio española y medio italiana, pero en estos momentos vivo y trabajo en Tirana. Tengo 45 años, soy cooperante y me encanta aprender idiomas. Estudio griego y francés. También me gusta mucho viajar y conocer otras culturas y me encantan la fotografía y el cine. Me gusta bastante salir por la noche con mis amigos y ver una película. Mi gran pasión es la música, me interesan todos los estilos. Aquí en Albania no salgo mucho pero cuando estoy allí en Madrid me encanta ir a bailar, ¿y a ti? ¿Qué te gusta hacer el fin de semana? Si tienes tiempo libre y quieres participar en el grupo de conversación, puedes escribirme a esta dirección de correo electrónico.
 ¡Hasta pronto!
Teo

Slide 10 - Diapositive

Kijk naar hoe gustar wordt gebruikt in de e-mail en schrijf minimaal twee vormen op die je tegen bent gekomen’’

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht B
Het volgende filmpje gaat over Cristina, die vertelt over verschillende dingen die ze wel en niet leuk vindt. Hiervoor gebruikt ze regelmatig het werkwoord ‘’gustar’’. Kijk en luister goed naar hoe ze dit doet. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Hoe gebruikt Cristina gustar? Schrijf een voorbeeld op uit het filmpje

Slide 14 - Question ouverte

Opdracht C
In het volgende liedje zingt Manu Chau over wat hij allemaal leuk vindt. Hierbij zingt hij zowel in het Spaans als in het Frans. Het werkwoord ‘’gustar’’ wordt heel vaak gebruikt. Let goed op hoe hij dit gebruikt.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Hoe gebruikt Manu Chao gustar? Noem een voorbeeld uit het liedje

Slide 17 - Question ouverte

Stap 2
Tijdens deze stap ga je ontdekken hoe je het werkwoord ‘’gustar’’ nou echt gebruikt. De uitleg hiervan krijg je via een of meer van de volgende filmpjes. Kies een of meer filmpjes voor de uitleg, zet hem indien nodig even op stop en maak als je het fijn vindt aantekeningen voor jezelf.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Stap 3
Nu je weet hoe je het werkwoord gustar moet gebruiken, is de volgende stap: het oefenen. De volgende twee oefeningen van het internet, zijn invuloefeningen. Maak alle twee de oefeningen. Open de website om naar de oefening te gaan, vul de zinnen in, controleer je antwoorden en ga na wat goed of fout is gegaan. 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Lien

Eindproduct: poster

Kies een programma om de poster mee te maken. Dit kun je via smore doen, maar je bent vrij in je keuze. 
Je gaat een poster over dingen die je wel en niet bevalt/leuk vindt. Hiervoor gebruik je natuurlijk het werkwoord ‘’gustar’’.   


Slide 27 - Diapositive

eindproduct: poster
Wat moet er allemaal in de poster staan?
• Minimaal 6 kopjes
• Per kopje gebruik je minimaal 15 woorden. Naast het aangeven waar je (niet) van houdt, vertel je er ook iets over. Bijvoorbeeld waarom je iets leuk vindt.
• Gebruik zowel gustar in de meervoudsvorm als de enkelvoudsvorm, zoals me gusta en me gustan
• Vertel ook over wat je niet, een beetje of heel erg leuk vindt
• Vertel over een klasgenoot/vriend(in)/famililid wat hij of zij leuk/niet leuk vindt
• Vertel over wat jullie alle twee leuk/niet leuk vinden
Laat je eindproduct controleren door de docent en afvinken 
Ga naar de volgende dia voor de link naar de voorbeeld-poster van Smore

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Evaluatie
Beantwoord de volgende vragen over de les via de enquête.
Zie link volgende dia -->

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

Slide 32 - Diapositive