mannelijk, vrouwelijk of onzijdig

H2: formuleren
Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig


1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2: formuleren
Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig


Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. 10 minuten lezen
2. Leerdoelen
3. Uitleg
4. Aan de slag
5. Afsluiting les

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt opzoeken of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is;
Je kunt de woorden deze, die, dit en dat op de juiste manier gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen 'het bal' en 'de bal'?

Slide 4 - Question ouverte




het-woorden 

dat, dit 

het --> dat + dit





De-woorden 
 
die, deze

de --> die + deze
Onzijdig
Mannelijk/vrouwelijk

Slide 5 - Diapositive

Woordenboek
Hoe weet je of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?
Zoek het op in een woordenboek.

Slide 6 - Diapositive

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 7 - Quiz

De liefde ... hij haar gaf, was heel groot.
A
die
B
dat
C
dit
D
deze

Slide 8 - Quiz

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
geen idee

Slide 9 - Quiz

Mijn zonen zijn in deze oorlog gestorven, ... stomme oorlog.
A
die
B
dat
C
dit
D
deze

Slide 10 - Quiz

Maak een zin met deze woorden. Let op! Kies het juiste verwijswoord.
deze/die - auto - garage

Slide 11 - Question ouverte

In de volgende zin staat een fout. Herschrijf de zin.

Het meisje die daar staat, is de zus van mijn vriend.

Slide 12 - Question ouverte


Waarnaar verwijzen de onderstreepte woorden?

Tom heeft een rekenmachine voor mij meegebracht, maar zij werkt niet. 
A
Tom
B
de rekenmachine
C
de zus van Tom
D
mij

Slide 13 - Quiz

Aan de slag
Je maakt opdracht 2 en 3 (blz. 62/63)

Je werkt 10 min in stilte.

Klaar? Literatuurdossier afmaken.
Klaar? Lezen in je boek of werken aan een ander vak.

Slide 14 - Diapositive