Verbes -ir + -re

1 / 34

Slide 1: Diapositive

FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Dans ce cours...

Verbes -ir / -re

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je van ww op - ir
de présent & passé composé?

Slide 3 - Carte mentale

Werkwoorden op -ir

Présent:

Stap 1: haal -ir van het werkwoord af

Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > is/is/it/issons/issez/issent

passé composé:

Stap 1: haal -ir van het werkwoord af en voeg i toe

stap 2: avoir + voltooid deelwoord

Slide 4 - Diapositive

Eerst oefenen met de présent

Slide 5 - Diapositive

Stap 1: Hoe vind je de stam van een werkwoord op -ir?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de stam van het werkwoord 'finir'?

Slide 7 - Question ouverte

Vervoeg..

je ... (finir)

Slide 8 - Question ouverte

Vervoeg..

nous ... (finir)

Slide 9 - Question ouverte

Vervoeg..

tu ... (finir)

Slide 10 - Question ouverte

Vervoeg..

Sophie et Chloé ... (réfléchir)

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal: Je finis mes devoirs.

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal: Vous choisissez beaucoup.

Slide 13 - Question ouverte

Nu de passé composé

Slide 14 - Diapositive

Hoe maak je de passé composé van werkwoorden op -ir?

Slide 15 - Carte mentale

Je ... le rouge. (choisir) (passé composé)

Slide 16 - Question ouverte

Léa .... (réfléchir) (passé composé)

Slide 17 - Question ouverte

Les amis ... la chanson. (choisir) (passé composé)

Slide 18 - Question ouverte

Hoe maak je van ww op - ir
de présent & passé composé?

Slide 19 - Carte mentale

Werkwoorden op -re

présent:

Stap 1: haal -re van het werkwoord af

Stap 2: voeg de juiste uitgang toe >

s/s/-/ons/ez/ent

passé composé:

Stap 1: haal -re van het werkwoord af en voeg u toe

stap 2: avoir + voltooid deelwoord

Slide 20 - Diapositive

eerst de présent oefenen..

Slide 21 - Diapositive

elle (répondre)

Slide 22 - Question ouverte

ils (attendre)

Slide 23 - Question ouverte

je (perdre)

Slide 24 - Question ouverte

vous (vendre)

Slide 25 - Question ouverte

en nu de passé composé

Slide 26 - Diapositive

tu (entendre)

Slide 27 - Question ouverte

on (attendre)

Slide 28 - Question ouverte

nous (entendre)

Slide 29 - Question ouverte

elle (heeft geantwoord)

Slide 30 - Question ouverte

La roue

Slide 31 - Diapositive

Welke uitgangen horen bij welke groep werkwoorden?

-ER

-IR

-RE

-ER

-IR

-RE

-e

-es

-e

-ons

-ez

-ent

-is

-it

-issons

-issez

-issent

-s

- -