Paragraaf 4.5 De Vikingen

Vikingen, paragraaf 4.5
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vikingen, paragraaf 4.5

Slide 1 - Diapositive

Lezen
Basis: blz 74/75, alle stukjes.
Kader/Mavo: blz 102/103, stukjes rooftochten en bron 25.
Havo: blz 62/63, alle stukjes.

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet uit welke drie landen de Vikingen kwamen.
- Je weet waar de Vikingen van leefden.
- Je weet wat voor schepen de Vikingen bouwden.
- Je kunt uitleggen waarom de Vikingen op rooftocht gingen.
- Je kunt uitleggen waarom de Vikingen zo dapper streden.
- Je weet wie Erik de Rode was.
- Je kunt gebieden noemen waar de Vikingen zich hebben gevestigd.
- Je weet dat Vikingen Dorestad hebben verwoest in 863.
- Je kunt uitleggen waarom het heel moeilijk was om de Vikingen te verslaan.
- Je weet wat we vandaag de dag nog terug zien van de Vikingen.
- Je kent de volgende begrippen: Dorestad, kolonie, Scandinavië.
- Je kent de volgende personen: Erik de Rode.
- Je weet de gebeurtenis bij het volgende jaartal: 863.

Slide 3 - Diapositive

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Diapositive

In welk jaar werd Karel de Grote tot keizer gekroond?
A
800
B
814
C
843
D
887

Slide 5 - Quiz

In welke stad ontstond de islam?
A
Amsterdam
B
Rome
C
Mekka
D
Medina

Slide 6 - Quiz

Welke Frankische koning bekeerde zich tot het christendom?
A
Karel de Grote
B
Einhard
C
Bonifatius
D
Clovis

Slide 7 - Quiz

Wat is ontginnen?
A
Woeste grond geschikt maken voor een voetbalwedstrijd
B
Woeste grond geschikt maken voor woningbouw
C
Woeste grond geschikt maken voor landbouw
D
Dan heb je een vrije dag

Slide 8 - Quiz

Hoeveel stukken grond liggen er braak bij het drieslagstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
geen

Slide 9 - Quiz

Hoeveel zuilen telt de islam?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 10 - Quiz

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 11 - Diapositive

De Vikingen
We noemen ze ook wel de Noormannen.
Ze kwamen uit Noorwegen, Zweden en Denemarken. 
Op het kaartje hiernaast zijn delen van deze landen oranje gekleurd.

Slide 12 - Diapositive

De Vikingen
Het waren niet alleen maar woeste krijgers.
Vikingen deden ook aan landbouw en het waren handelaren. 

Slide 13 - Diapositive

Geloof
De Vikingen geloofden in meerdere goden.
Odin was de oppergod en die van strijd en wijsheid, Freya de godin van liefde en Thor de god van bliksem en kracht. 
Om de goden tevreden te houden, brachten de Vikingen offers. Soms mensenoffers. 

Slide 14 - Diapositive

Rooftochten
De Vikingen zijn bij ons vooral bekend vanwege hun plundertochten.
Dit deden ze omdat Scandinavië overvol was door bevolkingsgroei en er niet genoeg voedsel verbouwd kon worden.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

793
De eerste bekende plundering van de Vikingen was die van het klooster van Lindisfarne. 
Dit was het begin van de Vikingplundertochten.

Slide 17 - Diapositive

Schepen
De Vikingen bouwden lange en smalle schepen met voorop de kop van een draak. 
Met deze schepen konden ze snelle aanvallen doen. In een zogenaamd drakenschip voeren ze zelfs over de Atlantische Oceaan. 

Slide 18 - Diapositive

Woeste krijgers
Een Viking geloofde dat als hij dapper streed, hij later in het Walhalla zou komen. Vikingen waren niet bang voor de dood en konden zich door de snelle schepen makkelijk verplaatsen. Dit maakte ze moeilijk te verslaan.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Dorestad
De Vikingen zijn ook in ons land geweest. In Nederland lag de rijke plaats Dorestad. De Vikingen plunderden Dorestad in 863 en staken het daarna in brand. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Vestigen
De Vikingen vestigden zich ook in gebieden. Ze gingen wonen in bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk. De Engelse stad York was vroeger een Vikingstad. 
Het gebied Danelaw op de kaart hiernaast, was vroeger van de Vikingen.

Slide 23 - Diapositive

Normandie
In Frankrijk ligt een gebied genaamd Normandie. Dit is afgeleid van Noormannen. De Vikingen werd gevraagd om er te komen wonen en de bewoners daar te beschermen tegen andere Vikingen.

Slide 24 - Diapositive

Kolonien
De Vikingen vestigden zich in gebieden waar geen mensen woonden. Ze trokken eerst naar IJsland en daarna verder naar Groenland. De Vikingen hebben zelfs een dorpje gehad in Noord-Amerika. 
De lichtgroene gebieden laten zien waar de Vikingen vroeger hebben gewoond.

Slide 25 - Diapositive

Erik de Rode
Een bekende Viking is Erik de Rode. Vanuit IJsland begon Erik met het koloniseren van Groenland.  Groenland had geen bomen, en dus was het moeilijk bouwen. Hout moest aangevoerd worden uit IJsland.

Slide 26 - Diapositive

Vikingtijd
De eerste Vikingaanval was in 793. Na het jaar 1000 n.Chr nemen de Vikingaanvallen af. Uiteindelijk werden de Vikingen bekeerd tot het christendom en stopten ze met plunderen.

Slide 27 - Diapositive

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 28 - Diapositive

Uit welke drie landen kwamen de Vikingen?
A
Nederland, Noorwegen en Finland
B
Noorwegen, Finland en Denemarken
C
Duitsland, Zweden en Finland
D
Noorwegen, Zweden en Denemarken

Slide 29 - Quiz

Waarom gingen de Vikingen op plundertocht?
A
Dat moest van de koning
B
Scandinavie was overvol en er was niet genoeg voedsel.
C
In Scandinavie was het te koud.
D
Ze waren bang voor de goden.

Slide 30 - Quiz

De Vikingen geloofden in?
A
1 god.
B
Meerdere goden.

Slide 31 - Quiz

In welk jaar werd Dorestad in brand gestoken door de Vikingen?
A
815
B
840
C
863
D
880

Slide 32 - Quiz

Waarom waren de Vikingen zo moeilijk te verslaan?
A
Ze waren woest en onverschillig.
B
Ze waren niet bang en konden zich snel verplaatsen.
C
Ze hadden geheime wapens.
D
De goden hielpen de Vikingen mee.

Slide 33 - Quiz

Noem twee gebieden waar de Vikingen zich hebben gevestigd.
A
Groningen en Rusland
B
York en Groningen
C
York en Normandie
D
Madrid en Normandie

Slide 34 - Quiz

Waarom was het leven op Groenland zwaar voor de Vikingen?
A
Het is er warm en groeit alleen gras.
B
Het is er koud en groeien geen bomen.
C
Er woonden indianen die alles inpikten.
D
Het was ver weg van huis.

Slide 35 - Quiz

Waarom stopten de Viking-aanvallen?
A
Ze werden christelijk en hielden zich meer bezig met handel.
B
Ze werden verslagen door Karel de Grote.
C
Ze durfden de zee niet meer op.
D
Ze mochten niet meer van hun vrouwen.

Slide 36 - Quiz

En nu?
Maak een mindmap op een A4 waarin je alle leerdoelen van deze paragraaf verwerkt. 
Maak hierbij gebruik van je tekstboek, de studiewijzer, lesson-up en je klasgenoten.

Slide 37 - Diapositive