Paragraaf 4.5 De Vikingen

Vikingen, paragraaf 4.5
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vikingen, paragraaf 4.5

Slide 1 - Diapositive

Herhalen
We gaan zo eerst wat leerdoelen herhalen.

Slide 2 - Diapositive

In welk jaar werd Karel de Grote tot keizer gekroond?
A
800
B
814
C
843
D
887

Slide 3 - Quiz

In welke stad ontstond de islam?
A
Amsterdam
B
Rome
C
Mekka
D
Medina

Slide 4 - Quiz

Welke Frankische koning bekeerde zich tot het christendom?
A
Karel de Grote
B
Einhard
C
Bonifatius
D
Clovis

Slide 5 - Quiz

In deze les: 
In deze les gaan we het hebben over de Vikingen. Kijk op Its Learning naar de leerdoelen die horen bij de Vikingen. Ze komen allemaal terug in deze les. 
Lees van te voren paragraaf 4.5.

Slide 6 - Diapositive

De Vikingen
We noemen ze ook wel de Noormannen.
Ze kwamen uit Noorwegen, Zweden en Denemarken. 
Op het kaartje hiernaast zijn delen van deze landen oranje gekleurd.

Slide 7 - Diapositive

De Vikingen
Het waren niet alleen maar woeste krijgers.
Vikingen deden ook aan landbouw en het waren handelaren. 

Slide 8 - Diapositive

Geloof
De Vikingen geloofden in meerdere goden.
Odin was de oppergod en die van strijd en wijsheid, Freya de godin van liefde en Thor de god van bliksem en kracht. 
Om de goden tevreden te houden, brachten de Vikingen offers. Soms mensenoffers. 

Slide 9 - Diapositive

Rooftochten
De Vikingen zijn bij ons vooral bekend vanwege hun plundertochten.
Dit deden ze omdat Scandinavie overvol was door bevolkingsgroei en er niet genoeg voedsel verbouwd kon worden.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

793
De eerste bekende plundering van de Vikingen was die van het klooster van Lindisfarne. 
Dit was het begin van de Vikingplundertochten.

Slide 12 - Diapositive

Uit welke drie landen kwamen de Vikingen?
A
Nederland, Noorwegen en Finland
B
Noorwegen, Finland en Denemarken
C
Duitsland, Zweden en Finland
D
Noorwegen, Zweden en Denemarken

Slide 13 - Quiz

Waarom gingen de Vikingen op plundertocht?
A
Dat moest van de koning
B
Scandinavie was overvol en er was een niet genoeg voedsel.
C
In Scandinavie was het te koud.
D
Ze waren bang voor de goden.

Slide 14 - Quiz

De Vikingen geloofden in?
A
1 god.
B
Meerdere goden.

Slide 15 - Quiz

Schepen
De Vikingen bouwden lange en smalle schepen met voorop de kop van een draak. 
Met deze schepen konden ze snelle aanvallen doen. In een zogenaamd drakenschip voeren ze zelfs over de Atlantische Oceaan. 

Slide 16 - Diapositive

Woeste krijgers
Een viking geloofde dat als hij dapper streed, hij later in het Walhalla zou komen. Vikingen waren niet bang voor de dood en konden zich door de snelle schepen makkelijk verplaatsen. Dit maakte ze moeilijk te verslaan.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Dorestad
De Vikingen zijn ook in ons land geweest. In Nederland lag de rijke plaats Dorestad. De Vikingen plunderden Dorestad in 863 en staken het daarna in brand. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Vestigen
De Vikingen vestigden zich ook in gebieden. Ze gingen wonen in bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk. De Engelse stad York was vroeger een Vikingstad. 
Het gebied Danelaw op de kaart hiernaast, was vroeger van de Vikingen.

Slide 21 - Diapositive

Normandie
In Frankrijk ligt een gebied genaamd Normandie. Dit is afgeleid van Noormannen. De Vikingen werd gevraagd om er te komen wonen en de bewoners daar te beschermen tegen andere Vikingen.

Slide 22 - Diapositive

In welk jaar werd Dorestad in brand gestoken door de Vikingen?
A
815
B
840
C
863
D
880

Slide 23 - Quiz

Waarom waren de Vikingen zo moeilijk te verslaan?
A
Ze waren woest en onverschillig.
B
Ze waren niet bang en konden zich snel verplaatsen.
C
Ze hadden geheime wapens.
D
De goden hielpen de Vikingen mee.

Slide 24 - Quiz

Noem twee gebieden waar de Vikingen zich hebben gevestigd.
A
Groningen en Rusland
B
York en Groningen
C
York en Normandie
D
Madrid en Normandie

Slide 25 - Quiz

Kolonien
De Vikingen vestigden zich in gebieden waar geen mensen woonden. Ze trokken eerst naar IJsland en daarna verder naar Groenland. De Vikingen hebben zelfs een dorpje gehad in Noord-Amerika. 
De lichtgroene gebieden laten zien waar de Vikingen vroeger hebben gewoond.

Slide 26 - Diapositive

Erik de Rode
Een bekende Viking is Erik de Rode. Vanuit IJsland begon Erik met het koloniseren van Groenland.  Groenland had geen bomen, en dus was het moeilijk bouwen. Hout moest aangevoerd worden uit IJsland.

Slide 27 - Diapositive

Vikingtijd
De eerste Vikingaanval was in 793. Na het jaar 1000 n.Chr nemen de Vikingaanvallen af. Uiteindelijk werden de Vikingen bekeerd tot het christendom en stopten ze met plunderen.

Slide 28 - Diapositive

Welke gebieden zijn door Vikingen gekoloniseerd?
A
Denemarken en Groenland
B
Japan en Zeeland
C
Noord-Amerika en Japan
D
Groenland en IJsland

Slide 29 - Quiz

Waarom was het leven op Groenland zwaar voor de Vikingen?
A
Het is er warm en groeit alleen gras.
B
Het is er koud en groeien geen bomen.
C
Er woonden indianen die alles inpikten.
D
Het was ver weg van huis.

Slide 30 - Quiz

Waarom stopten de viking-aanvallen?
A
Ze werden christelijk en hielden zich meer bezig met handel.
B
Ze werden verslagen door Karel de Grote.
C
Ze durfden de zee niet meer op.
D
Ze mochten niet meer van hun vrouwen.

Slide 31 - Quiz

En nu?
1. Maak een mindmap op een A4 waarin je alle leerdoelen van deze paragraaf verwerkt. 
2. Maak de vragen uit je werkboek van paragraaf 4.5.
3. Zelfstandig nakijken. 

Slide 32 - Diapositive