erfelijkheid les 2

Bevruchting

23 chromosomen moeder


23 chromosomen vader


46 chromosomen in de bevruchte eicel

(23 chromosomen paren)


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bevruchting

23 chromosomen moeder


23 chromosomen vader


46 chromosomen in de bevruchte eicel

(23 chromosomen paren)


Slide 1 - Diapositive

Jongen of Meisje?

Slide 2 - Diapositive

Reductiedeling (meiose)

Gewone celdeling (mitose)

Het delen (kopieren) van gewone lichaamscellen

Na de deling zijn uit 1 cel 2 nieuwe cellen ontstaan

Elke celkern bevat weer 46 chromosomen

Slide 3 - Diapositive

Begin Mitose (kopieren)
Delende cel (chromosomen)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Reductiedeling (meiose)

Reductiedeling (meiose)

Vindt plaats in de geslachtorganen (eierstok/zaadbal)

Maken geslachtscellen (Eicel/zaadcel)

Bevat de helft van het DNA

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Hoe noemen we de erfelijke eigenschappen die op de chromosomen liggen?
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 8 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 9 - Quiz

Vanaf de bevruchting staat vast hoe je genotype eruit gaat zien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Waar bevinden zich chromosomen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
Vacuole

Slide 11 - Quiz

Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern

Slide 12 - Quiz

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 13 - Quiz

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 14 - Quiz

Een organisme heeft in een lichaamscel 23 paar chromosomen.
Hoeveel chromosomen zitten er dan in een geslachtscel.
A
23 paar
B
46
C
46 paar
D
23

Slide 15 - Quiz

gewone celdeling heet ook wel:
A
mitose
B
meiose

Slide 16 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevat elke dochtercel na een gewone celdeling bij een mens?

A
1
B
2
C
23
D
46

Slide 17 - Quiz

Een ander woord voor reductiedeling
A
Mitose
B
Meiose

Slide 18 - Quiz

Wat hoort bij reductiedeling?
A
Meiose
B
De chromosomen worden gesplitst
C
46 chromosomen wordt 23
D
Mitose

Slide 19 - Quiz

De baarmoeder en de eierstokken maken deel uit van het voortplantingsstelsel van een vrouw. In welke organen kan gewone celdeling optreden?
A
Alleen in de baarmoeder
B
In de baarmoeder en eierstokken.

Slide 20 - Quiz

De kern van een bepaalde cel van een wasbeer bevat 19 chromosomen.

Is deze cel ontstaan door gewone celdeling of reductiedeling?
A
gewone celdeling
B
reductiedeling

Slide 21 - Quiz