H2.2 Cultuur in het Romeinse rijk deel 2

De tijd van de grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 n.C.


Paragraaf 2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De tijd van de grieken en Romeinen
3000 v.C. - 500 n.C.


Paragraaf 2

Slide 1 - Diapositive

Deel 2:
Cultuur in het Romeinse rijk



De Grieks-Romeinse cultuur

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Mededelingen
  • Bespreken woordwiel
  • Uitleg
  • Opdrachten maken

Slide 3 - Diapositive

  • Je kunt uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur ontstond.
  • Je kunt het verschil herkennen tussen Griekse vormentaal en Romeinse vormentaal.
  • Je kunt uitleggen hoe de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreid aan de hand van het begrip romanisering.
Lesdoelen
Kenmerkend aspect
2b. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
2c. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde


Slide 4 - Diapositive

  • Huiswerk vergeten vorige les.
  • Filmpjes in LessonUp -> bekijken IN lessonUp
  • Nakijkbladen op teams per paragraaf
Mededelingen

Slide 5 - Diapositive

  1. Wissel uit met je klasgenootje waarom je begrippen op welke plaats hebt gezet. Je moet alles kunnen beargumenteren (5 min)

  2. Antwoordmodel erbij (als je dit nog niet gedaan hebt) klopt het? Fout? Probeer dan erachter te komen waarom het antwoord niet klopt.

  3. Samenvatting. Vergelijk weer met elkaar. Mis je dingen? (2min)

  4. Heb je de kenmerkende aspecten gebruikt voor de samenvatting?
Bespreken opdracht: Woordwiel

Slide 6 - Diapositive

Doel van deze opdracht:

  • Oefenen met begrippen.
  • Aan de hand van de KA een samenvatting maken. 
  • Ga uit van de KA en gebruik de begrippen om ze uit te leggen.
Samenvatting met de KA als leidraad

Slide 7 - Diapositive



Instructie


Kenmerkende aspecten
2b. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
2c. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 8 - Diapositive

Pax Romana
Tijdens het keizerrijk genoot het rijk van een rustige periode van 2 eeuwen: de Pax Romana
Gevolgen:
  • bevordering welvaart
  • groei handel en ontstaan geldeconomie
  • aanleg infrastructuur 
  • verspreiding Grieks-Romeinse cultuur en vormentaal = romanisering

Slide 9 - Diapositive


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. Toen besloten de keizers om geen gebieden meer te veroveren.
Mare Nostrum, onze zee. Zo noemden de Romeinen de Middellandse Zee.
Germania, zoals onze streek door de Romeinen werd genoemd, bestond uit: Germania Inferior (Laag Germanië) en Germania Superior (Hoog Germanië).
Gallia (Gallië), het huidige Frankrijk, werd door Julius Caesar veroverd. Zijn aanzien steeg hierdoor enorm. De hele oorlog kostte het leven aan meer dan een miljoen Galliërs, en nog een miljoen werden tot slaaf gemaakt. Caesar heeft de oorlog beschreven in het boek Verslagen over de Gallische Oorlog, waarin hij hier en daar wel een beetje overdrijft...vooral over zichzelf.
Met de verovering van Egypte hadden de Romeinen hun voedseltekort in delen van het Romeinse Rijk opgelost: het land werd de graanschuur van Rome.

Slide 10 - Diapositive

Romanisering
Romanisering = het overnemen van elementen van de Romeinse cultuur door niet-Romeinse volken
 
  • Overnemen van de cultuur omdat het 'beschaafd' is.
  • Overnemen van goden.
  • Bouwen van bijvoorbeeld badhuizen.
  • Overnemen van de Latijnse taal.
KA 2C
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 11 - Diapositive

Verspreiding van Romeinse cultuur
  • Verharde wegen -> economische gevolgen
  • Tolerant tegenover veroverde gebieden
  • Godsdienstige tolerantie tegenover andere goden.
  • Romeinse staatsgodsdienst creëert eenheid.
  • Mannen uit het hele rijk in het Romeinse leger.
  • Burgerrecht voor mensen buiten Rome.
Romanisering voornamelijk in steden. Op het platteland viel dat mee.
Zeus (G)werd Jupiter (R)
KA 2C
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
Het leger had hierbij grote invloed: mannen uit de veroverde gebieden mochten dienen in het leger en namen na hun dienst Romeinse gewoonten mee naar huis

Slide 12 - Diapositive

Het Romeins Imperium behouden?
  • Lokale machtsstructuren bleven bestaan: voorrechten voor lokale leiders.
  • Geen dwang! Natuurlijk nut inzien.
  • Belangrijkst: Eenheid en rust

KA 2C
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 13 - Diapositive

1. Griekse beeldhouwkunst
Ke
Kenmerken Griekse beeldhouwkunst
1. 3D
2. anatomisch perfect. Geen gewone sterveling maar helden, (half) goden
3. naakt
4. geen emotie

KA 2B
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 14 - Diapositive

Romeinse beeldhouwkunst
kenmerken:
- gekleed
- 3D
- anatomisch correct
- naakt is zeldzaam
- Griekse inspiratie
- emotie
Grieks

Slide 15 - Diapositive

2. Griekse architectuur
kenmerken:
stapelbouw
zuilen dicht op elkaar
weinig ruimte in de gebouwen
KA 2B
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 16 - Diapositive

Romeinse architectuur
kenmerken:
- Mengeling van Griekse en Romeinse stijlen
- gebruik van bogen
- gebruik van beton en koepels
- eren van goden/ pracht en praal
Ampfitheater voor:
Naspelen van zeeslagen.
Gladiatorengevechten.
Rijden met strijdwagens.
Muren wereden gebruikt i.p.v zuilen. Zuilen werden wel ter decoratie gebruikt.

Slide 17 - Diapositive

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 18 - Diapositive

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.

Slide 19 - Diapositive

De Arena van Nîmes (Frankrijk) is een amfitheater, gebouwd tussen 50 en 100 na Chr. en geïnspireerd op het Colosseum in Rome.
Het wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt voor concerten en stierengevechten.

Slide 20 - Diapositive

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 21 - Diapositive

Pont du Gard (Frankrijk) is een Romeins aquaduct dat later is uitgebreid tot brug.

Slide 22 - Diapositive



vormentaal



toen en nu
wat wordt hier getoond behalve de persoon Augustus?
- macht
- schoonheid
- kracht
- etc
men wil met dit beeld iets uitdrukken: het verhaal van Augustus -> vormentaal

Slide 23 - Diapositive

Iets uitdrukken met de vormentaal van schilderijen en beelden....

Wat wordt hier getoond in het kader van vormentaal? Wat is de boodschap? Voor wie is de boodschap bedoeld?
Lenin
Kim Jong-Un’s vader en grootvader (Noord-Korea)

Slide 24 - Diapositive

Opdrachten paragraaf 2: 4, 6, 7, 9, 13, 14


Aan de slag

Slide 25 - Diapositive