Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij wiskunde
Pak alvast je spullen. (Boek, Schrift, Pen)
Slide 1 - Diapositive
Leerlingen thuis
Je kijkt/luistert mee met de uitleg. Daarna ga je zelfstandig aan het werk. (Je mag natuurlijk ook alvast beginnen terwijl ik nog aan het uitleggen ben.)
Je mag de vergadering uit bij de dia ''Zelfstandig werken''.
Slide 2 - Diapositive
Programma & Lesdoelen
- Herhalen/Uitleg Paragraaf 11.2 - Zelfstandig werken (op dit punt mogen de leerlingen thuis uit de vergadering) - Afsluiting
Lesdoelen: - Iedereen kan paragraaf 11.2 helemaal maken.
Slide 3 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
Slide 4 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
3⋅a⋅b=
Slide 5 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
3⋅a⋅b=3ab
Slide 6 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
3⋅a⋅b=3ab
−4⋅e⋅f⋅g=
Slide 7 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
3⋅a⋅b=3ab
−4⋅e⋅f⋅g=−4efg
Slide 8 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
3⋅a⋅b=3ab
−4⋅e⋅f⋅g=−4efg
| | | | | |
Dit werkt ook andersom!
Slide 9 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
3⋅a⋅b=3ab
−4⋅e⋅f⋅g=−4efg
| | | | | |
Dit werkt ook andersom! Bijvoorbeeld:
6abc=6⋅a⋅b⋅c
Slide 10 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Bij vermenigvuldigen laten we keertekens weg tussen letters en getallen en tussen letters met andere letters. Bijvoorbeeld:
3⋅a⋅b=3ab
−4⋅e⋅f⋅g=−4efg
| | | | | |
Dit werkt ook andersom! Bijvoorbeeld:
6abc=6⋅a⋅b⋅c
Bij herleiden, moet je het zo kort mogelijk schrijven, dus zoals hier links.
Slide 11 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Je mag bij een lange reeks vermenigvuldigingen de volgorde veranderen. Daarom kun je getallen gewoon berekenen:
3a⋅2b⋅6c=
Slide 12 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Je mag bij een lange reeks vermenigvuldigingen de volgorde veranderen. Daarom kun je getallen gewoon berekenen: Zet hierin alle getallen vooraan:
3a⋅2b⋅6c=
3⋅2⋅6⋅a⋅b⋅c=
Slide 13 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Je mag bij een lange reeks vermenigvuldigingen de volgorde veranderen. Daarom kun je getallen gewoon berekenen: Zet hierin alle getallen vooraan:
(3 keer 2 keer 6 = 36)
3a⋅2b⋅6c=
3⋅2⋅6⋅a⋅b⋅c=36abc
Slide 14 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Je mag bij een lange reeks vermenigvuldigingen de volgorde veranderen. Daarom kun je getallen gewoon berekenen: Zet hierin alle getallen vooraan:
De tussenstap waar je alleen de volgorde verandert, hoef je niet op te schrijven. (3 keer 2 keer 6 = 36)
3a⋅2b⋅6c=
3⋅2⋅6⋅a⋅b⋅c=36abc
Slide 15 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met formules herleiden gebruiken we ook machten. Je weet als het goed is dat (=64).
43=4⋅4⋅4
Slide 16 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met formules herleiden gebruiken we ook machten. Je weet als het goed is dat (=64). Bij letters gebruiken we machten juist andersom, zoals:
43=4⋅4⋅4
a⋅a⋅a⋅a⋅a⋅a=
Slide 17 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met formules herleiden gebruiken we ook machten. Je weet als het goed is dat (=64). Bij letters gebruiken we machten juist andersom, zoals:
43=4⋅4⋅4
a⋅a⋅a⋅a⋅a⋅a=a6
Slide 18 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met formules herleiden gebruiken we ook machten. Je weet als het goed is dat (=64). Bij letters gebruiken we machten juist andersom, zoals:
(Weer met het doel formules korter te schrijven/te herleiden.)
43=4⋅4⋅4
a⋅a⋅a⋅a⋅a⋅a=a6
Slide 19 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met al deze regels samen, kun je vrij grote dingen herleiden. Bijvoorbeeld:
3a⋅5b⋅−2a⋅4b⋅c⋅b⋅a=
Slide 20 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met al deze regels samen, kun je vrij grote dingen herleiden. Bijvoorbeeld:
3a⋅5b⋅−2a⋅4b⋅c⋅b⋅a=
3⋅5⋅−2⋅4⋅a⋅b⋅a⋅b⋅c⋅b⋅a=
Alle getallen vooraan:
Slide 21 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met al deze regels samen, kun je vrij grote dingen herleiden. Bijvoorbeeld:
3a⋅5b⋅−2a⋅4b⋅c⋅b⋅a=
3⋅5⋅−2⋅4⋅a⋅b⋅a⋅b⋅c⋅b⋅a=
Alle getallen vooraan:
−120⋅a⋅b⋅a⋅b⋅c⋅b⋅a=
Slide 22 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met al deze regels samen, kun je vrij grote dingen herleiden. Bijvoorbeeld:
3a⋅5b⋅−2a⋅4b⋅c⋅b⋅a=
3⋅5⋅−2⋅4⋅a⋅b⋅a⋅b⋅c⋅b⋅a=
Alle getallen vooraan:
−120⋅a⋅b⋅a⋅b⋅c⋅b⋅a=
−120⋅a3b3c
Dezelfde letters keer zichzelf geven machten:
Slide 23 - Diapositive
Herhaling/Uitleg 11.2
Met al deze regels samen, kun je vrij grote dingen herleiden. Bijvoorbeeld:
3a⋅5b⋅−2a⋅4b⋅c⋅b⋅a=
3⋅5⋅−2⋅4⋅a⋅b⋅a⋅b⋅c⋅b⋅a=
Alle getallen vooraan:
−120⋅a⋅b⋅a⋅b⋅c⋅b⋅a=
−120a3b3c
Dezelfde letters keer zichzelf geven machten:
Slide 24 - Diapositive
Zelfstandig Werken
Werk verder aan paragraaf 11.2
(Leerlingen thuis mogen nu uit de vergadering.)
<--
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Afsluiting
- Laatste vragen over variabelen vermenigvuldigen? (par. 11.2)
Slide 27 - Diapositive
Afsluiting
Geen vragen? Dan kunnen jullie deze dus herleiden!