2.1 - 2.3 De bouw en functie van DNA

Lesuur 1
- Herhaling BS 1 bouw en functie 
- Uitleg BS 2 & 3
- Opdrachten 
Lesuur 2
- Toets bespreken


1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Lesuur 1
- Herhaling BS 1 bouw en functie 
- Uitleg BS 2 & 3
- Opdrachten 
Lesuur 2
- Toets bespreken


Slide 1 - Diapositive



Thema 2   DNA


2.1   De bouw en functie
Leerdoel: Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

DNA
Bevat informatie over erfelijke eigenschappen.
Geheel aan erfelijke informatie noem je ook wel het genoom.
Alle cellen in één organisme hebben hetzelfde genoom.

Slide 3 - Diapositive

Karyogram (BiNaS)

Slide 4 - Diapositive

mtDNA
DNA in chloroplasten

Slide 5 - Diapositive

Prokaryoot
DNA ligt in een cirkel in het cytoplasma.
Sommige prokaryoten hebben ook korte stukjes circulair DNA (plasmiden).
Al het DNA samen in een organisme = genoom.

Slide 6 - Diapositive

Bouw
DNA molecuul = nucleïnezuur

Zuurgroep, voor het eerst ontdekt in celkern (nucleus).
Bestaat uit  aan elkaar gekoppelde nucleotiden.

Slide 7 - Diapositive

Structuur ATCG
Verbinding

Slide 8 - Diapositive

Bouw DNA

Slide 9 - Diapositive

Genen
  • 1 chromosoom bevat meerdere genen.
  • Een gen bevat informatie voor 1 of meerdere eiwitten.
  • Gen voor oogkleur bevat dus informatie hoe de eiwitten gemaakt moeten worden die jouw ogen kleur geven.
  • DNA sequentie: de volgorde van de ATCG (stikstofbasen).
  • De DNA sequentie van een gen bepaald welk eiwit wordt gesynthetiseerd (gemaakt).

Slide 10 - Diapositive

Genen
  • Staan op een vaste plek in ons DNA.
  • Dus mijn gen voor oogkleur staat op hetzelfde chromosoom als bij jou.
  • Omdat je van elk chromosoom er 2 hebt, heb je dus voor al je eigenschappen 2 genen. 
  • Omdat deze van elkaar kunnen verschillen, noemen we de verschillende varianten allelen.

Slide 11 - Diapositive

Niet-coderend DNA
Slechts een klein deel van ons DNA codeert (bevat de code) voor een eiwit.

Groot gedeelte maakt geen eiwitten, wordt vaak ''junk-DNA'' genoemd. 
98,5% van ons DNA is niet-coderend.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Aan de slag
BS 2.1     De bouw en functie van DNA
Opdracht 1 t/m 4

Slide 14 - Diapositive

BS 2: DNA replicatie

Slide 15 - Diapositive

Celcyclus
In welk deel van de celcyclus vindt DNA replicatie plaats?

(Tip: kijk in Binas)

Slide 16 - Diapositive

Replicatie
De verbindingen tussen de basenparen wordt verbroken.

Kernplasma: vrije nucleotiden

Enzym: DNA Polymerase schuift langs de oude streng en bindt vrije nucleotiden aan de enkelvoudige streng vast.

Slide 17 - Diapositive

Replicatie
Zo krijg je 2 identieke DNA-moleculen.

In het midden blijft het nog aan elkaar zitten: centromeer

Chromosoom bestaat uit 2 chromatiden.

Slide 18 - Diapositive

Diploïd
Van elk chromosoom 2 (2n)

Haploïd is als je van een chromosoom 1 hebt (1n). 
(bijv. in geslachtcellen)

Replicatie ook wel:
2n -> 2n + 2n


Slide 19 - Diapositive

Aan de slag
BS 2.1 De bouw en functie van DNA
Opdracht 1 t/m 4

BS 2.2 DNA - Replicatie
Opdracht 6 t/m 9

Niet af? Huiswerk
Klaar? Lees BS 3 + probeer opdr 11 en 12



Slide 20 - Diapositive

BS 3 Eiwitsynthese
Wat is het verschil tussen DNA replicatie en eiwitsynthese?

Slide 21 - Diapositive

Verschil
DNA:
Dubbele streng
In de kern

RNA: 
Enkele streng
In de kern + buiten kern

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Eiwitten
Bestaan uit een lange keten van aminozuren.
Er bestaan 20 verschillende soorten aminozuren (Binas)

De code voor de volgorde van aminozuren staat vast in de nucleotidenvolgorde van het RNA (volgorde AUCG). (Binas)

De code voor 1 aminozuur zijn 3 opeenvolgende nucleotiden: codon
(zie blz 71)

Slide 24 - Diapositive

BS 3 Eiwitsynthese - aantekening

Slide 25 - Diapositive

start/stop
De synthese van een aminozuurketen begint altijd bij het ''start'' codon en stopt bij het ''stop'' codon.

Start codon is altijd AUG, er zijn meerdere stopcodonnen. 
Zoek eens een code op van een stop codon.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Aminozuren
In de cel is altijd een voorraad van de 20 aminozuren aanwezig. Deze wordt aangevuld door bijvoorbeeld voeding. 

Meerdere ribosomen kunnen hetzelfde RNA lezen -> veel eiwitten

Slide 28 - Diapositive

Eiwitten
Ribosomen in cytoplasma of op endoplasmatisch ret.
Eiwitten op endoplasmatisch reticulum zijn nog niet ''af''.
In golgisysteem uiteindelijke vorm.

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag
BS 2.1 De bouw en functie van DNA
Opdracht 1 t/m 4

BS 2.2 DNA - Replicatie
Opdracht 6 t/m 9

BS 2.3 Eiwitsynthese 
Opdracht 12 t/m 15

Slide 30 - Diapositive