Grammar: Persoonlijke en Bezittelijke Voornaamwoorden klas 1BKT

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Today ...

Vandaag gaat het over de persoonlijke voornaamwoorden in het Engels.

Doel: aan het einde van de les weten wat de persoonlijke voornaamwoorden zijn in het Engels en kunnen we deze op de juiste manier toepassen in een zin.

Een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands is:

1. hij
2. waar
3. huis
4. Susan

Uitleg ...

Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken we in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)...

Dit doe je zodat je niet steeds het woord hoeft te herhalen.

Het meisje loopt - she walks

De jongen loopt   - he walks

De kat loopt -         it walks

Uitleg ...

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je al in het Engels?

I

you

he

she

they

we

it

Susan

1. he
2. we
3. you
4. she

Dog

1. he
2. it
3. you
4. I

My friends and I

1. I
2. they
3. we
4. you

My teachers

1. you
2. we
3. I
4. they

Bezittelijke voornaamwoorden

Bij een bezittelijk voornaamwoord, komt er altijd nog iets achter. Het kan dus nooit alleen staan. 

Je laat weten dat iets van iemand is. (bezit)

VB. This is my bag.

She has a book.
It is ___ book.

1. her
2. his
3. she
4. its

We are called Smith.
____ last name is Smith.

1. We
2. Us
3. Your
4. Our

The cat has a collar.
____ collar is the colour red.

1. Her
2. His
3. Its
4. Our

Susan and Mike are twins.
____ birthday is in May.

1. They
2. Their
3. Her
4. His

Well done!

Ik kan de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden nu op de juiste manier gebruiken in een zin:

1. ja
2. nee
3. een beetje
4. helemaal niet