Taalverzorging 2 par. 4.2 spelling pv tt en ei ij

Welkom!
Taalverzorging 2
4.2 Spelling

Ga rustig zitten.
Leg je iPad dicht op tafel.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Taalverzorging 2
4.2 Spelling

Ga rustig zitten.
Leg je iPad dicht op tafel.

Slide 1 - Diapositive

Agenda
Herhaling en nakijken vorige les (blz. 89) ;
Herhaling uitleg vervoegen;
Herhaling uitleg persoonsvorm in de tegenwoordige tijd;
Opdrachten maken.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert:
- werkwoorden vervoegen;
- de ik- vorm spellen;
- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.
- woorden met ei/ ij spellen.





Slide 3 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 5 - Question ouverte

Noteer het werkwoordelijk gezegde van de zin.
Heb jij vorige week die wedstrijd gezien?

Slide 6 - Question ouverte

4.2 spelling

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Kies de juiste spelling van de persoonsvorm
... jij morgen opgehaald?
A
word
B
wordt

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste spelling van de persoonsvorm
De soep ... warm opgediend
A
word
B
wordt

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste spelling van de persoonsvorm
Quinten ... die opdracht moeilijk.
A
vind
B
vindt

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste spelling van de persoonsvorm
Ik ... dat jij ontzettend je best doet!
A
vind
B
vindt

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Wat is de juiste spelling van het woord?
A
reiden
B
rijden

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het woord?
A
heilig
B
hijlig

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het woord?
A
zweigen
B
zwijgen

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het woord?
A
schreiven
B
schrijven

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het woord?
A
heimwee
B
hijmwee

Slide 21 - Quiz

Zelf aan het werk
Maken: blz. 94 t/m 98, opdr. 27 t/m 35.

Hoe? Alleen of in stil overleg met je buur.
Hoe lang? Tot 5 minuten voor het eind van de les.



Slide 22 - Diapositive