Taalverzorging 2 spelling mv enk tt vt

Welkom!
Taalverzorging 2
4.2 spelling voor het SO!


Ga rustig zitten.
Leg je iPad dicht op tafel.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Taalverzorging 2
4.2 spelling voor het SO!


Ga rustig zitten.
Leg je iPad dicht op tafel.

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je weten en kunnen voor het SO?
  • Enkelvoud en meervoud herkennen + oefeningen;
  • Tegenwoordige en verleden tijd herkennen + oefeningen;
  • Werkwoord ‘gaan' uitleg + oefeningen;
  • Werkwoord ‘vinden' uitleg + oefeningen;
  • Werkwoord ‘worden’ uitleg + oefeningen;
  • Werkwoord ‘zijn’ uitleg + oefeningen;
  • Leren uit je boek: ij of ei (blz. 97 + oefeningen), woorden met een g- klank (blz. 98 + oefeningen)

Slide 2 - Diapositive

Agenda
Enkelvoud en meervoud herkennen + oefeningen;
Tegenwoordige en verleden tijd herkennen + oefeningen.

Slide 3 - Diapositive

Enkelvoud of meervoud?
Onderstreep het woord dat aangeeft wie of wat iets doet in de zin (het onderwerp).

Schrijf achter de zin of de zin enkelvoud (1 persoon, groep of ding) of meervoud (meerdere personen, groepen of dingen) is. 

Slide 4 - Diapositive

Tegenwoordige of verleden tijd?
Onderstreep het woord in de zin waaraan je kan zien of de zin in de tegenwoordige tijd of de verleden tijd staat (persoonsvorm).


Schrijf achter de zin in welke tijd de zin staat, t.t. of v.t.. 

Slide 5 - Diapositive

Staat de zin in het enkelvoud of meervoud?
Wij gaan naar huis.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 6 - Quiz

Staat de zin in de tegenwoordige of verleden tijd
Wij gaan naar huis.
A
t.t.
B
v.t.

Slide 7 - Quiz

Staat de zin in het enkelvoud of meervoud?
Noa lag te slapen.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 8 - Quiz

Staat de zin in de tegenwoordige of verleden tijd?
Noa lag te slapen.
A
t.t.
B
v.t.

Slide 9 - Quiz

Staat de zin in het enkelvoud of meervoud?
Mijn honden rennen door het bos.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 10 - Quiz

Staat de zin in de tegenwoordige of verleden tijd?
Mijn honden rennen door het bos.
A
t.t.
B
v.t.

Slide 11 - Quiz

Staat de zin in het enkelvoud of meervoud?
Hebben de leerlingen wel opgelet?
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 12 - Quiz

Staat de zin in de tegenwoordige of verleden tijd?
Hebben de leerlingen wel opgelet?
A
t.t.
B
v.t.

Slide 13 - Quiz

Staat de zin in het enkelvoud of meervoud?
De atleet liep een marathon.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 14 - Quiz

Staat de zin in de tegenwoordige of verleden tijd?
De atleet liep een marathon.
A
t.t.
B
v.t.

Slide 15 - Quiz

Staat de zin in het enkelvoud of meervoud?

Die opgave werd door een aantal leerlingen goed gemaakt.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 16 - Quiz

Staat de zin in de tegenwoordige of verleden tijd?

Die opgave werd door een aantal leerlingen goed gemaakt.
A
t.t.
B
v.t.

Slide 17 - Quiz

Staat de zin in het enkelvoud of meervoud?

Wanneer gaan die winkels open?
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 18 - Quiz

Staat de zin in de tegenwoordige of verleden tijd?

Wanneer gaan die winkels open?
A
t.t.
B
v.t.

Slide 19 - Quiz

Zelf aan het werk
Maken kopieerboekje: Enkelvoud en meervoud herkennen + oefeningen, tegenwoordige tijd en verleden tijd herkennen + oefeningen.

Hoe? Alleen of in stil overleg met je buur.
Hoe lang? Tot 5 minuten voor het eind van de les.



Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien