3.1 Grote problemen voor Duitsland

H3: Het interbellum
1918-1939

§ 3.1 Grote problemen voor Duitsland 


1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

H3: Het interbellum
1918-1939

§ 3.1 Grote problemen voor Duitsland 


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de tijd van wereldoorlogen 1900-1950

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke drie problemen de Republiek van Weimar had na de Eerste Wereldoorlog; 
  • Je kunt een oorzaak en drie gevolgen noemen van de bezetting van het Ruhrgebied in 1923;
  • Je kunt uitleggen hoe de beurskrach leidde tot een wereldwijde economische crisis.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Grote problemen voor Duitsland
A De republiek van Weimar

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Interbellum

Een interbellum (Latijn: inter=tussen en bellum=oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.

Het interbellum is de periode tussen WO1 en WO2 (1918-1939)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dui aan het einde van WO1
  • Duitsers hadden genoeg van oorlog
  • Duitse keizer vlucht naar het neutrale Nederland
  • Nieuwe regering: Republiek van Weimar, sluit de     wapenstilstand: november 1918.
  • Veel boosheid, armoede, honger en onrust in Duitsland

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Republiek van Weimar 
  • naam Duitsland tussen 1918-1933 
  • president
  • parlementaire democratie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dolkstootlegende






Ontstaan dolkstootlegende: de oorlog was verloren doordat de regering de militairen in de steek hadden gelaten. --> verraad, dolk in rug gestoken.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Problemen Republiek van Weimar 
  1. Deel van bevolking gaf regering de schuld van het verlies van WO1. Geloofden in dolkstootlegende.

  2. De regering ondertekende het Verdrag van Versailles (hadden geen keuze). ->boosheid en  vernedering bij bevolking. 

  3. Mocht geen lid worden van Volkenbond.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 

  • Het vertrouwen in de Duitse regering is laag.

  • Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts proberen de macht te grijpen (staatsgreep
  • er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Grote problemen voor Duitsland
B. Bezetting Ruhrgebied

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Franse soldaat beschermt in 1923 een vracht steenkolen in het bezette Ruhrgebied 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische problemen
  • De herstelbetalingen drukten zwaar op de Duitse economie
  • In 1923 kon de Regering van Weimar het niet meer betalen
  • Frankrijk bezet daarop het Ruhrgebied (industriegebied)
    => nemen grondstoffen in beslag, zoals afgesproken in het Verdrag van Versailles. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(Hyper)inflatie
  • Duitse regering liet geld bijdrukken (loon voor stakende arbeiders)....
  • => het geld werd daardoor snel heel veel minder waard => hyperinflatie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prijzen voor 1 kilo brood (1923)
December 1921:                        4 Mark 
December 1922:                       163 Mark 
Januari 1923:                              250 Mark 
April 1923:                                   474 Mark 
Augustus 1923:                          69.000 Mark 
November 1923:                        201.000.000.000 Mark

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1. vervolg
B. Bezetting Ruhrgebied

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke drie problemen de Republiek van Weimar had na de Eerste Wereldoorlog; 
  • Je kunt een oorzaak en drie gevolgen noemen van de bezetting van het Ruhrgebied in 1923;
  • Je kunt uitleggen hoe de beurskrach leidde tot een wereldwijde economische crisis.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler's jonge jaren 

  • Adolf Hitler wordt in 1889 geboren in Braunau am Inn (Oostenrijk-Hongarije)

  • Hitler 'vecht' mee in het Duitse leger.

  • In 1918 raakt hij verwond door een mosterdgas aanval.
  • In het ziekenhuis hoort hij dat Duitsland zich overgegeven heeft.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler's jonge jaren (2)
  • Hij is op dat moment nog geen antisemiet (jodenhater). Hij raakt echter steeds meer onder de indruk van de antisemitische burgemeester van Wenen.

  • Rond 1913 vertrekt hij naar München in Duitsland, omdat hij teleurgesteld is in Oostenrijk-Hongarije

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler's jonge jaren (3)
  • Als Oostenrijker gaat hij vrijwillig het Duitse leger in als de Eerste Wereldoorlog begint.

  • Hij is niet zo'n beste soldaat. Alle 'heldendaden', die hij zelf heeft beschreven, blijken onzin te zijn: hij was een koerier die zelden aan het front te vinden was.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler in de politiek 
  • Hitler gaat de politiek in. 

  • Hitler blijkt een talent te hebben voor het houden van toespraken.  

  • Hitler wordt de leider van de NSDAP (Nationalistische Duitse Arbeiders Partij).

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hitler in de politiek 
  • Hitler's had deze ideeën.

  1. Verdrag van Versailles is slecht
  2. Het land is overgenomen door een buitenlandse bezetter (Frankrijk)
  3. Het is allemaal de schuld van Joden en Communisten
  4. Duitsland heeft Lebensraum (levensruimte nodig)
  5. Er moet één sterke leider komen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


1923


In deze chaos probeert Hitler een staatsgreep te plegen; mislukt.
--> gearresteerd, 5 jaar gevangenis
(In de gevangenis schrijft hij het boek 'Mein Kampf')

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Mein Kampf
1925



  • Hitler gebruikte zijn tijd in de gevangenis om zijn boek 'Mein Kampf' te schrijven.
  • Een slecht geschreven en bij elkaar gefantaseerd boek, met vage hersenspinsels...tenminste: toen nog wel...

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

1. Er is grote belangstelling voor Mein
Kampf. Hoe kan deze belangstelling
verklaard worden?
2. Tegenwoordig worden er veel grapjes
gemaakt over Hitler. Ook wordt hij
vergeleken met Napoleon. Wat is het risico
dat hierdoor ontstaat?
3. Vind je het goed dat het boek opnieuw
wordt uitgebracht? Waarom wel? Of
waarom niet? Bediscussieer met je
klasgenoten.
1924: Hulp voor Duitsland:
VS komt met het Dawesplan

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland 
1924-1929

Politiek en economisch gaat het beter
Kunnen weer herstelbetalingen doen
1926: toelating Volkenbond 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.1 Grote problemen voor Duitsland
C. Economische crisis vanaf 1929

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke drie problemen de Republiek van Weimar had na de Eerste Wereldoorlog; 
  • Je kunt een oorzaak en drie gevolgen noemen van de bezetting van het Ruhrgebied in 1923;
  • Je kunt uitleggen hoe de beurskrach leidde tot een wereldwijde economische crisis.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Vanaf 1929:

wereldwijde economische crisis

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Start in de VS, oorzaken:
Amerikaanse burgers kunnen makkelijk geld lenen en geven meer geld uit dan ze hebben:

Boeren en bedrijven investeren geleend geld om hun productie te verhogen.
Consumenten kunnen (luxe)producten kopen.
Aandeelhouders kunnen aandelen kopen waarvan zij denken dat die meer waard worden.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beurskrach
1929
Consumenten kopen minder

24 oktober 1929:
Black Thursday 

De beurs stort in. 
Grote plotselinge daling van de aandelenkoersen.

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen van de crisis
1932:   
  • Het inkomen van de Amerikanen
     50% lager dan in 1929.
  • Waarde aandelen gedaald met
     88%!
  • 15.000.000 Amerikanen werkloos

In Europa: Vooral Duitsland getroffen door de crisis vanwege het Dawesplan: de leningen stopten en moesten worden terugbetaald. 
3

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen VS
  • Daling waarde aandelen
  • Schulden konden niet meer betaald worden
  • Bedrijven failliet
  • Nog meer mensen werkeloos


Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen 
  • Overal in de wereld te merken 
  • VS kocht niks meer in buitenland 
  • Dawesplan gestopt 
    --> extra groot probleem Dui; moesten terugbetalen aan VS
  • Ineenstorting internationale geldmarkt 
  • Wereldwijde werkloosheid 

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een crisis is moeilijk om uit te komen...

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitsland zwaar getroffen
  • Leningen Dawesplan liggen stil
  • Hierdoor steeg de werkloosheid met name in de grote Duitse steden (Bijna 30%) 
  • Hierdoor kreeg de NSDAP van Hitler de kans om aan de macht te komen 

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?

A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke begrippen
  • interbellum
  • Republiek van Weimar
  • dolkstootlegende
  • (hyper)inflatie
  • Volkenbond
  • Dawesplan
  • economische crisis
  • beurskrach

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie herkennen en uitleggen welke problemen Duitsland na de Eerste Wereldoorlog had, welke hulp zij hierbij kregen en wat de oorzaken en gevolgen van de economische crisis vanaf 1929 waren. 

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions