Week 24 - Toetsvoorbereiding CZ Klas 2

Toetsvoorbereiding
Spelling H1 t/m H6
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Toetsvoorbereiding
Spelling H1 t/m H6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud CZ - Klas 2 havo
Lesdoel: aan het eind van dit college ben je op de hoogte van alle lastige onderdelen van spelling. Voornamelijk de uitzonderingen komen aan bod. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H1 - Leestekens
Komma ( , )
Wanneer je twee zinnen samenvoegt tot een nieuwe (langere) zin, gebruik je een komma. Die komma staat dan:

• tussen twee persoonsvormen
• voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want
• voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is

Slide 3 - Diapositive

• tussen twee persoonsvormen:
– Als jij opschiet, kunnen we de trein nog halen.
• voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl, want:
– Dieter is gek op pizza, maar hij eet die zelden.
• voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is:
– We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde.
H1 - Leestekens 
Verschil tussen een puntkomma en een dubbele punt:

- Als twee zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen, kun je een puntkomma gebruiken, maar een punt mag ook.

- Als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen, vormt de tweede zin soms een verklaring of reden bij de eerste zin. In dat geval verbind je de zinnen met een dubbele punt.





Slide 4 - Diapositive

– Stef wil later chirurg worden; zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.
– Stef wil later chirurg worden. Zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordspelling

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoordspelling TT

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm - VT 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm - VT (zwakke)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leenwoorden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leenwoorden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse werkwoorden

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Engelse werkwoorden

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan elkaar of los?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klinkerbotsing

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussen-n bij samenstellingen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzonderingen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions