Morele dilemma's in de maatschappelijke zorg lesweek 5

Morele dilemma's in de maatschappelijke zorg

Kwaliteit lesweek 5

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je morele dilemma's in de maatschappelijke zorg herkennen en analyseren.

Wat weet je al over morele dilemma's in de maatschappelijke zorg?

Wat zijn morele dilemma's?

Morele dilemma's zijn situaties waarin je moet kiezen tussen twee of meer waarden of principes die met elkaar in conflict zijn.

Voorbeeld: Autonomie vs. Veiligheid

Een cliënt wil zelfstandig wonen, maar vertoont ook risicovol gedrag. Hoe ga je om met dit dilemma?

Waarom zijn morele dilemma's belangrijk?

Morele dilemma's dwingen zorgverleners om ethische afwegingen te maken en verantwoordelijkheid te nemen voor hun keuzes.

Analyse van morele dilemma's

Om een moreel dilemma te analyseren, kun je de volgende vragen stellen: Wat zijn de waarden en principes die in conflict zijn? Wat zijn de mogelijke gevolgen van elke keuze? Wie wordt er beïnvloed door de keuze?

Besluitvorming bij morele dilemma's

Bij het nemen van beslissingen in morele dilemma's is het belangrijk om rekening te houden met ethische richtlijnen, wet- en regelgeving, professionele normen en waarden, en de belangen van de cliënt.

Integriteit en morele veerkracht

Integriteit betekent het handelen in overeenstemming met je eigen waarden en principes. Morele veerkracht is het vermogen om ethische dilemma's aan te pakken en standvastig te blijven in je overtuigingen.

Casusbespreking

Bespreking van een realistische casus waarin een moreel dilemma voorkomt. Analyseer het dilemma en bespreek mogelijke oplossingen.

Reflectie

Reflecteer op de les en beantwoord de volgende vragen: Wat heb je geleerd over morele dilemma's in de maatschappelijke zorg? Welke uitdagingen zie je bij het omgaan met morele dilemma's?

Evaluatie

Beantwoord de evaluatievragen om te controleren of je de leerdoelen hebt bereikt.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.