Grieks werkwoord actief en passief

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Grieks werkwoord

praesens, actief en passief

Werkwoord

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

jullie

wij

zij

ik

hij/zij/het

jij

Werkwoord actief

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

ετε

ομεν

ουσι(ν)

ω

ει

εις

Uitgangen voor passief

passief = +worden

Werkwoord passief

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

εσθε

ομεθα

ονται

ομαι

εται

ει

ἀγω

1. ik leid
2. hij leidt
3. wij leiden
4. geen van deze antwoorden

ἀγουσιν

1. ik leid
2. hij leidt
3. wij leiden
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent ἀγουσιν dan wel?

ἀγομεθα

1. ik leid
2. wij leiden
3. ik word geleid
4. wij worden geleid

ἕλκονται

1. ik sleep
2. hij sleept
3. zij slepen
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent ἕλκονται dan wel?

γραφεται

1. ik word geschreven
2. hij wordt geschreven
3. zij worden geschreven
4. geen van deze antwoorden

γραφομεν

1. ik word geschreven
2. hij wordt geschreven
3. zij worden geschreven
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent γραφομεν dan wel?

καθαιρω

1. ik reinig
2. wij worden gereinigd
3. jullie reinigen
4. geen van deze antwoorden

καθαιρεσθε

1. ik reinig
2. wij worden gereinigd
3. jullie reinigen
4. geen van deze antwoorden

Wat betekent καθαιρεσθε dan wel?

Werkwoord actief

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

ετε

ομεν

ουσι(ν)

ω

ει

εις

Werkwoord passief

ev

mv

1e

1e

2e

2e

3e

3e

εσθε

ομεθα

ονται

ομαι

εται

ει