Grieks werkwoord actief en passief vervolg

Grieks werkwoord
praesens, actief en passief
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grieks werkwoord
praesens, actief en passief

Slide 1 - Diapositive

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
jullie
wij
zij
ik
hij/zij/het
jij

Slide 2 - Question de remorquage

Werkwoord actief
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ετε
ομεν
ουσι(ν)
ω
ει
εις

Slide 3 - Question de remorquage

Uitgangen voor passief
passief = +worden

Slide 4 - Diapositive

Werkwoord passief
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
εσθε
ομεθα
ονται
ομαι
εται
ει

Slide 5 - Question de remorquage

Rijtje van εἰμι
εἰμι = zijn

Slide 6 - Diapositive

Werkwoord εἱμι = zijn
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ἐστε
ἐσμεν
εἰσιν
εἰμι
ἐστιν
εἰ

Slide 7 - Question de remorquage

ἀγω
A
ik leid
B
hij leidt
C
wij leiden
D
geen van deze antwoorden

Slide 8 - Quiz

ἀγουσιν
A
ik leid
B
hij leidt
C
wij leiden
D
geen van deze antwoorden

Slide 9 - Quiz

Wat betekent ἀγουσιν dan wel?

Slide 10 - Question ouverte

ἀγομεθα
A
ik leid
B
wij leiden
C
ik word geleid
D
wij worden geleid

Slide 11 - Quiz

ἕλκονται
A
ik sleep
B
hij sleept
C
zij slepen
D
geen van deze antwoorden

Slide 12 - Quiz

Wat betekent ἕλκονται dan wel?

Slide 13 - Question ouverte

γραφεται
A
ik word geschreven
B
hij wordt geschreven
C
zij worden geschreven
D
geen van deze antwoorden

Slide 14 - Quiz

γραφομεν
A
ik word geschreven
B
hij wordt geschreven
C
zij worden geschreven
D
geen van deze antwoorden

Slide 15 - Quiz

Wat betekent γραφομεν dan wel?

Slide 16 - Question ouverte

καθαιρω
A
ik reinig
B
wij worden gereinigd
C
jullie reinigen
D
geen van deze antwoorden

Slide 17 - Quiz

καθαιρεσθε
A
ik reinig
B
wij worden gereinigd
C
jullie reinigen
D
geen van deze antwoorden

Slide 18 - Quiz

Wat betekent καθαιρεσθε dan wel?

Slide 19 - Question ouverte

εἰσιν
A
ik ben
B
wij zijn
C
hij is
D
geen van deze antwoorden

Slide 20 - Quiz

Wat betekent εἰσιν dan wel?

Slide 21 - Question ouverte

Werkwoord actief
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ετε
ομεν
ουσι(ν)
ω
ει
εις

Slide 22 - Question de remorquage

Werkwoord passief
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
εσθε
ομεθα
ονται
ομαι
εται
ει

Slide 23 - Question de remorquage

Werkwoord εἱμι = zijn
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
ἐστε
ἐσμεν
εἰσιν
εἰμι
ἐστιν
εἰ

Slide 24 - Question de remorquage