De Politiek-Juridische dimensie: introductie (22)


De politiek-juridische dimensie




Het kunnen en willen deelnemen aan politieke besluiten
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


De politiek-juridische dimensie




Het kunnen en willen deelnemen aan politieke besluiten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is DE POLITIEK
volgens jou?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Politiek: een uitleg
Politiek is de manier waarop, in een samenleving de verschillende belangen van groepen en individuen tot hun recht komen
 - meestal op basis van onderhandelingen
op de verschillende bestuurlijke en maatschappelijke niveaus.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu we dat weten...Hoe belangrijk is
'de politiek' in jouw leven?
0100

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoe oud moet je zijn om te mogen
stemmen in Nederland?
A
17 jaar met begeleiding
B
18 jaar
C
21 jaar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Waarom is het stempotlood rood?
A
Rood is de kleur van het socialisme, dat de kleur van het kiesrecht is
B
Omdat rood één van de kleuren van de Nederlandse vlag is
C
Omdat vandaag rood de kleur van jouw lippen is
D
Rood valt mooi op, zo kunnen de stemmentellers sneller tellen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Hoe oud moet je zijn om in de Tweede Kamer te mogen zitten?
A
18 jaar
B
21 jaar
C
25 jaar
D
30 jaar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

F. (Farshad) Bashir
Voormalig SP kamerlid.

Heeft wis- en natuurkunde en  fiscaal recht gestudeerd.

Was bij zijn intrede in de Kamer met XX jaar het jongste lid uit de geschiedenis.

Slide 9 - Diapositive

20 jaar
4. Wat is parlementaire onschendbaarheid?
A
Een Kamerlid kan niet vervolgd worden voor wat hij zegt in de Kamer.
B
De ministers dragen eigen verantwoordelijkheid voor wat Kamerleden zeggen.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Mag je stemmen als je in de gevangenis zit?
A
Alleen gevangenen zonder TBS mogen wel stemmen
B
Nee, gevangenen mogen niet stemmen.
C
Ja, behalve als de rechter je het kiesrecht heeft ontnomen.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6. Mag een lid van de Tweede Kamer tegelijkertijd ook lid zijn van het Europees
Parlement?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het EU Parlement
Het Europees Parlement beslist over de EU-wetgeving - waaronder de Europese meerjarenbegroting - samen met de Raad van de Europese Unie (regeringen van EU-lidstaten).

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Welke bewering is waar over kleding in de Tweede Kamer?
A
Kamerleden mogen zelf weten wat voor kleren ze dragen.
B
Mannelijke Kamerleden moeten een stropdas om.
C
Vrouwelijke Kamerleden mogen geen decolleté tonen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleding zegt iets over je professionaliteit
0100

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

8. Wat gebeurt er als een minister een voorstel heeft voor een nieuwe wet, maar
de meerderheid van de Tweede Kamer wil die wet niet?
A
Dan komt de wet er alsnog
B
Dan komt de wet er niet

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

9. Mevrouw de voorzitter van de Tweede Kamer...
A
Stemt in principe niet mee
B
Debatteert in principe niet mee.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10. Wat is GEEN taak van de Tweede Kamer?
A
Het controleren van de Eerste Kamer
B
Het controleren van de regering

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

11. Wie mag stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen?
A
Iedereen die legaal in Nederland verblijft
B
Iedereen met de Nederlandse nationaliteit

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

12. Een Kamerlid is een gekozen volksvertegenwoordiger en kan daarom nooit uit…
A
De Tweede Kamer worden gezet
B
Hun eigen partij worden gezet
C
Nederland gezet worden
D
Zijn/haar huis

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

13. Wat wordt er in de politiek bedoeld met een fractie?
A
Een groep Kamerleden van dezelfde politieke partij
B
Een partij die minstens 1 zetel heeft in de Tweede Kamer

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

14. Wie bedenken de meeste wetten?
A
Het Nederlandse volk
B
Ministers en hun ambtenaren
C
De leden van de Eerste Kamer
D
Leden van de Tweede Kamer

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

15. Wie vormen samen de regering van ons land?
A
De ministers en staatssecretarissen
B
De Koning en de ministers

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

16. Mag de Koning stemmen?’
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

17. Wie zitten in de Staten-Generaal?
A
Eerste en Tweede Kamerleden
B
Ministers en staatssecretarissen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

18. De Tweede Kamer kan…
A
…de regering naar huis sturen.
B
…nieuwe verkiezingen opzetten.

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

19. Hoe lang mag iemand in de Tweede Kamer zitten?
A
Onbeperkt
B
Maximaal 8 jaar
C
Maximaal 12 jaar
D
Niet langer dan 3,5 uur

Slide 30 - Quiz

2015: De Kamer was op dat moment 16 uur en 27 minuten aan het vergaderen.
Hoeveel mensen mogen in Nederland stemmen?
A
13 miljoen mensen
B
15 miljoen mensen
C
17 miljoen mensen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewetensvraag:
Stem jij bij elke mogelijkheid?

Slide 32 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions