2TH - woordsoorten H6: vaste voorzetsels

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Goedemiddag klas 2B

Vandaag...

- Woordsoorten: herhaling

- Woordsoorten H6: vaste voorzetsels bij werkwoorden

Huiswerk maandag 27 maart

- Maken:  Taalverzorging grammatica H6 (blz. 158/159) opdracht 1 t/m 4

Huiswerk dinsdag 28 maart

s.o. woordsoorten H1, H2, H6

Leerdoelen:

- Ik kan vaste voorzetsels bij werkwoorden herkennen en gebruiken

Leerdoelen:

- Ik kan een lidwoord (lw), een

bijvoeglijk naamwoord (bn), een zelfstandig naamwoord (zn), een werkwoord (ww) , een voorzetsel (vz) en een voegwoord in een zin benoemen.

Deze les: Ik kan vaste voorzetsels bij werkwoorden herkennen en gebruiken

Taalverzorging Formuleren H2

H1 - Voegwoorden

Van twee naar één.

De docenten hebben een studiedag.

De leerlingen zijn vrij.

Het raam is dicht. Het waait hard.

Ik pak de paraplu. Het regent.

Ik pak de paraplu, omdat het regent.

Omdat het regent, pak ik de paraplu.

VOEGWOORD (vw)

Voegwoorden verbinden twee woorden, woordgroepen of zinnen met elkaar.

Tip: ze staan vaak na de komma!

Wil je vis eten vanavond of  eet je liever kip?

Wij eten krokante kip en daarna een lekker toetje.

Wat is het voegwoord in deze zin?

Ik dek alvast de tafel, zodat we ons morgen niet hoeven te haasen.

1. tafel
2. zodat
3. alvast
4. niet

Wat is het voegwoord in deze zin?

Daarom bakt mijn vader biefstuk en krijg ik een lekkere visstick.

1. daarom
2. krijg
3. en
4. ik

Taalverzorging H1 nakijken

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen

- Lezen hoofdstuk 1

Goedemiddag klas 2B

Vandaag...

- Woordsoorten: herhaling

- Woordsoorten H6: vaste voorzetsels bij werkwoorden

Huiswerk maandag 27 maart

- Maken:  Taalverzorging grammatica H6 (blz. 158/159) opdracht 1 t/m 4

Huiswerk dinsdag 28 maart

s.o. woordsoorten H1, H2, H6

Leerdoelen:

- Ik kan vaste voorzetsels bij werkwoorden herkennen en gebruiken

Hoofdstuk 6

Vaste voorzetsels bij werkwoorden (blz. 158).

 Vaste voorzetsels

Bij sommige werkwoorden hoort een voorzetsel dat je niet kunt vervangen: een vast voorzetsel. 

Dit voorzetsel kan ervoor zorgen dat een werkwoord een andere betekenis krijgt. 

Voorbeeld:

Onze buurman houdt al jaren kippen.

Ik houd van kip met frietjes.

Nog een paar voorbeelden:

In november bestaat hun school honderd jaar.

Het boek bestaat uit zes hoofdstukken.

Hij lacht de jongen uit.

Hij lacht om het grapje.

Vul het juiste voorzetsel in.

Ik ben benieuwd ... de cijfers.

Vul het juiste voorzetsel in.

Hij is verantwoordelijk ... de organisatie.

Vul het juiste voorzetsel in.

Zij verwachtte veel ... het feest.

Vul het juiste voorzetsel in.
Ik moest hem herinneren ... de afspraak.

Vul het juiste voorzetsel in.

Hij wilde niet ingaan ... mijn voorstel.

Vul het juiste voorzetsel in.

Hij ging helemaal op ... het spelletje.

Vul de juiste voorzetsels in.
Hij speelde de eerste wedstrijd ... aanwezigheid ... zijn hele familie.

Vul de juiste voorzetsels in.
Hij was erg ... de indruk ... de goede sfeer in het team.

Vul de juiste voorzetsels in.
Je doet dat meestal ... combinatie ... een ander vak.

En nu...

Maak van Taalverzorging Formuleren hoofdstuk 6 (blz. 158/159):

-opdracht 1 t/m 4

-------------------------------------------------------------------

Klaar? 

Oefen op www.cambiumned.nl. Kies voor het onderdeel 'woordsoorten'.