HIJ

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welcome

What do you need?

- iPad

- binder

- pen

- ear-/headphones



 

Today's special

- Let op: 7 januari > Luistertoets!

- Absenten controle
- Today's goals
- H+I+J: Reading + Speaking & writing + Gammar

- Extra homework check (vocab)

- Extra activity (reading)
- Homework


 

Today's goals

- Tekst lezen over 'video game design'
- Begrijpen waar de tekst over gaat
- Dingen leren vergelijken
- Gebruik maken van 'veel en weinig' in het 

   Engels

 

H: Watching

     Textbook: page 26+27, Video Game Design

- Bekijk 'Video Game Design' op blz. 26+27
- Vul het schema in (page 39, exercise 18)
- Write down the answers in your binder

Exercise 18

Waar werkt Pierce? Hij werkt in Manchester

Wat vindt Pierce het leukst aan videogamedesign?

Dat de wereld van de game design altijd veranderd.

Welk advies heeft Pierce voor tieners die gamedesigners willen worden? Zorg dat je altijd een notitieblok bij je hebt om ideeën in op te schijven en bewaar altijd alles wat je opschrijft.

Wat vond Pierce opvallend aan het werken met tieners?

Dat tieners hele complexe systemen kunnen begrijpen.

Wat is het favoriete videospel van Pierce? Dat is Super Mario World.

H: Watching

     Textbook: page 26+27, Video Game Design

- Lees 'Video Game Design' op blz. 26+27
- Maak exercise 19 (Activitybook A, page 39)
- Write down the answers in your book

1. Wat doet Pierce naast het ontwerpen van videogames?

1. Hij beheert een aantal datingwebsites
2. Hij geeft les in gamedesign

2. Pierce kwam erachter dat hij goed was in het ontwerpen van spellen

1. toen hij een kind was.
2. toen hij op cursus in New York was.

3. Wat zegt Pierce over het ontwerpen van spellen?

1. Het is vrij makkelijk, creatief en plezierig werk.
2. Het werk kan moeilijk zijn en je moet veel testen.

4. Waarvoor gebruiken scholen games, volgens Pierce?

1. Om leerlingen te leren samenwerken.
2. Om sommige vakken leuker te maken.

5. Wat zegt Pierce over ideeën voor games?

1. Dat je het best al je ideeën kunt opschrijven.
2. Dat je slechte ideeën het best meteen kunt weggooien.

6. Waardoor begrijpen jongeren van nu complexe systemen?

1. Omdat ze zo veel computerspellen spelen.
2. Omdat ze zulke moeilijke computer- spellen spelen.

7. Wat zegt Pierce over Super Mario World?

1. Dat de meest recente versie het beste is.
2. Dat er weinig verschil is tussen de nieuwe en oude versie.

*8. Wat wordt er over het spel Wii Sports gezegd?

1. Dat het tweeënhalf jaar geleden voor het eerst verscheen.
2. Dat dit het bestverkochte spel allertijden is.

H: Watching

     Textbook: page 26+27, Video Game Design

- Lees 'Video Game Design' op blz. 26+27
- Maak exercise 20 (Activitybook A, page 40)
- Write down the answers in your book

Exercise 20

Exercise 20

I: Speaking & writing

               Textbook: page 28, Stone 6

- Maak exercise 22+23 

   (Activitybook A, page 41-43)
- Write down the answers in your binder

Exercise 22

1. The new version of the app is not at all like any other app. 

2. That board game is the best game ever.

3. My new smartphone is just like the older version.

4. This tablet isn't better than the old one.

5. It looks nothing like many other strategy games.

6. Sam's new laptop isn't bigger than Joan's.

Exercise 22 (vertaling)

1. De nieuwe versie van deze app lijkt helemaal niet op andere apps.

2. Dat bordspel is het beste spel ooit.

3. Mijn nieuwe smartphone is net als de oudere versie.

4. Deze tablet is niet beter dan de oude.

5. Het ziet er niet hetzelfde uit als veel andere strategie spellen.

6. Sams nieuwe laptop is niet groter dan die van Joan.

Exercise 23

1. is cheaper, thinner, and stronger than the old smartphone.

2. more fun than my sister's other games.

3. It's just like the older version.

4. It is a lovely design and cheaper.

5. It's the quickest and most beautiful there is.

6. It's better and cooler than other games.

7. It's nothing like Toyland I.

8. It's much faster.

9. It's the worst and cheapest there is.

J. Grammar

much, many, 

a lot of, lots of

(a) little and (a) few

J: Grammar

               Textbook: page 29, Stone 5

- Maak exercise 25+26 

   (Activitybook A, page 43-44)
- Write down the answers in your binder

Exercise 25

1. much 

2. Few

3. Lots of

4. many

5. many

6. a few

7. many

8. little

Exercise 26

1. many / lots of / a lot of

2. much / lots of / a lot of

3. many / lots of / a lot of

4. many / lots of / a lot of

5. a few

6. a little

7. a few

8. lots of / a lot of

Extra homework check

- Go to:
- Room Name: ONC13M

Klaar? 

> msebel.nl > Skills > Reading > A1 en A2 


 

Homework

- Leren:

   - Vocab A t/m I

   - Stone 4-6

   - Grammar

      - bijwoord <> bijvoeglijk naamwoord

  

 

Thanks for your attention