Formuleren V4

Formuleren
In deze lessenreeks behandelen we het hoofdstuk 'Formuleren' uit Nieuw Nederlands (blz. 126-151). Je krijgt in week 48 een toets over formuleren en woordenschat.

We behandelen vijftien veelvoorkomende formuleringsfouten. We starten met paragraaf 1 waarin vijf verschillende dubbelopfouten behandeld worden. Bekijk nu eerst het filmpje.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Formuleren
In deze lessenreeks behandelen we het hoofdstuk 'Formuleren' uit Nieuw Nederlands (blz. 126-151). Je krijgt in week 48 een toets over formuleren en woordenschat.

We behandelen vijftien veelvoorkomende formuleringsfouten. We starten met paragraaf 1 waarin vijf verschillende dubbelopfouten behandeld worden. Bekijk nu eerst het filmpje.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

paragraaf 1
Maak nu opdracht 2 en 3 van paragraaf 1 op blz. 131-132.
(opdr. 1 maken we dus niet).
Noteer in je schrift bovenaan de opdrachten: Formuleren.

Klaar? Je kunt aan woordenschat werken (zie planner)
Extra oefenen? Nieuw Nederlands online of Cambiumned
(QR-code uit filmpje).

Slide 3 - Diapositive

pargraaf 2
In paragraaf 2 worden fouten met verwijswoorden behandeld.
Het is belangrijk dat je het juiste verwijswoord kiest en dat het duidelijk is waarnaar het verwijswoord verwijst.

Bekijk nu eerst het filmpje.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

paragraaf 2
Maak nu opdracht 4 t/m 10 op blz. 136 - 138.

Klaar? Je kunt aan woordenschat werken (zie planner)
Extra oefenen? Nieuw Nederlands online of Cambiumned
(QR-code uit filmpje).


Slide 6 - Diapositive

paragraaf 3
Congruentie = 
enkelvoudig onderwerp -> enkelvoudige persoonsvorm
meervoudig onderwerp -> meervoudige persoonsvorm
Fouten hierbij = incongruentie

Bekijk het filmpje met uitleg.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

paragraaf 3
Maak nu opdracht 11 op blz. 139-140. 
De uitleg staat in het filmpje en op p. 139.

Slide 9 - Diapositive

paragraaf 4
Vermijd dat/als-constructies (dat als, omdat als, dat wanneer, omdat wanneer, omdat indien enz.)

Bekijk het filmpje.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

paragraaf 4
Maak nu opdracht 12 op blz. 141. 
De uitleg staat dus in het filmpje en op blz. 141.

Slide 12 - Diapositive

paragraaf 5
Als je twee zinnen aan elkaar plakt met 'en' of 'maar', mag je de delen die hetzelfde zijn weglaten. Dat mag alleen als aan drie voorwaarden is voldaan.
                               1. dezelfde betekenis
                               2. dezelfde vorm
                               3. dezelfde grammaticale functie
Bekijk het filmpje met uitleg.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

paragraaf 5
De theorie staat op blz. 142-143. 
Maak nu opdr. 13 en 14.

Slide 15 - Diapositive

paragraaf 6
Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. Het 'denkbeeldige' onderwerp van de beknopte bijzin moet wel hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin. 

Bekijk het filmpje met uitleg.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

paragraaf 6
De theorie staat op blz. 144.
Maak nu opdr. 15 en 17.

Slide 18 - Diapositive

paragraaf 7
7.1 losstaand zinsgedeelte -> bekijk het filmpje op de volgende pagina.
7.2 zinnen aan elkaar plakken -> de theorie staat op p. 146.

Maak opdracht 18 op blz. 147.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

paragraaf 8
Bekijk het filmpje over onjuiste inversie op de volgende pagina. De theorie staat op blz. 148.
Maak opdracht 19 op blz. 148.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

paragraaf 9
Bekijk het filmpje over fouten in de symmetrie op de volgende pagina.
De theorie staat op blz. 149.
Maak opdr. 20 op blz. 150.

Slide 23 - Diapositive

Alle zinsbouwfouten
Alle zinsbouwfouten zijn nu behandeld.
We maken opdr. 21 en 22 op blz. 151.
- Noteer om welke fout het gaat
- Verbeter de zin

Op deze manier krijg je het ook op de toets.

Slide 24 - Diapositive