Les 5

Criminaliteit
§5 - Het strafrecht
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit
§5 - Het strafrecht

Slide 1 - Diapositive

Planning
Les 1
  • 5.1 Uitgangspunten strafrecht

Les 2
  • 5.2 Rechten van een verdachte

Slide 2 - Diapositive

5.1 Uitgangspunten strafrecht

Slide 3 - Diapositive

Vrouw justitia
Romeinse godin symbool voor de rechtspraak: 
  
Staat voor het vonnis dat wordt uitgesproken.

Staat voor het afwegen van het bewijs.


Staat voor een eerlijk proces.

Slide 4 - Diapositive

Strafrecht
Strafrecht = alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden.
Aantekening voor het examen

Slide 5 - Diapositive

Uitgangspunten van het strafrecht
  1. Je kan alleen worden gestraft voor iets wat volgens de wet strafbaar is.
  2. Er wordt rekening gehouden met de zwaarte van het delict.
  3. De rechter kijkt altijd naar de situatie waarin het delict plaatsvond. (bv: overmacht en noodweer)
  4. De rechter houdt rekening met de persoonlijke eigenschappen van de dader (bv: ontoerekeningsvatbaar)
  5. De rechter houdt rekening met de leeftijd van de verdachte. 
Aantekening voor het examen

Slide 6 - Diapositive

Jeugdstrafrecht - I
  • Kinderen onder de 12 jaar zijn niet strafbaar; ouders zijn verantwoordelijk
  • Kinderen tussen 12-18 jaar vallen onder het jeugdstrafrecht. Welke straffen kan je krijgen?
  1. Waarschuwing ( = berisping)
  2. Geldboete van minimaal 5 euro en maximaal 500 euro
  3. Taakstraf bij Bureau Halt ( HALT = Het ALTernatief)
  4. Jeugddetentie ( = jeugdgevangenis, maximaal 6 maanden)

Kinderen kan je ook twee maatregelen opleggen:
  • Opvoedingsinstituut (“ kinder TBS”)
  • Ondertoezichtstelling: gezinsvoogd
  • PIJ-maatregel: voor jongeren met een lage ontwikkeling/ ziekelijke stoornis



Aantekening voor het examen

Slide 7 - Diapositive

Jeugdstrafrecht - II
Jongeren tussen 16-23 jaar kunnen veroordeeld worden als minderjarige of als volwassenen.
Aantekening voor het examen

Slide 8 - Diapositive

5.2 De rechten van een verdachte

Slide 9 - Diapositive

Rechten van een verdachte - I
  1. Verdachte = redelijk vermoeden dat je schuldig bent aan een strafbaar feit.
  2. Je hebt als verdachte het recht om te weten waar je verdacht van wordt.
  3. Je hebt recht op een advocaat.
  4. Een verdachte heeft het recht om te zwijgen tijdens een verhoor. Je bent wel verplicht om je identiteit mee vast te stellen.
  5. Politie mag je een beperkte tijd vasthouden (hangt af van het strafbare feit)
  6. Elke verdachte heeft recht op een eerlijk proces met een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
  7. Je hebt recht op rechtsbijstand (advocaat) en een tolk als je de taal niet machtig bent.
Aantekening voor het examen

Slide 10 - Diapositive

Rechten van een verdachte - I
8. Je bent onschuldig totdat je schuldig wordt bevonden door de rechter.
9. Bij vrijspraak kan je niet nog een keer worden vervolgt voor hetzelfde delict.
10. Je kan na uitspraak van de rechter in hoger beroep gaan.
11. Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren.
Aantekening voor het examen

Slide 11 - Diapositive

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 12 - Diapositive

Examenvraag  2021 - I
Opdracht
Examenvraag

Slide 13 - Diapositive


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 14 - Question ouverte

Antwoord
Opdracht
Examenvraag

Slide 15 - Diapositive