Doelgroepen 1 Adolescent
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Lien
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat maakt dat juist het gedrag van Geesje in de puberteit voorkomt en niet in een andere levensfasen?
Slide 6 - Question ouverte
Prefrontale cortex, deze maakt dat pubers 'onbezonnen' acties ondernemen, beheersing van impulsen, risico's nemen. De keerzijde daarvan is dat ze in deze fase leven creatief zijn.
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Fysieke ontwikkeling
Slide 8 - Carte mentale
Belangrijke begrippen zijn:
groeispurt
(seksuele) rijping (vroege en late rijping)
primaire/ secundaire geslachtskenmerken
menarche/ spermarche/ semenarche
hersenontwikkeling (prefrontale cortex)
slaapgebrek (9 uur slaap nodig)
Cognitieve ontwikkeling
Slide 9 - Carte mentale
belangrijke begrippen:
intellectuele ontwikkelig
formeel operationele fase van Piaget
morele ontwikkeling Kohlberg
metacognitie (denken over wat je allemaal weet en hoe je dat weet) hierdoor betere inschatting wat nodig is om te leren.
Sociaal emotionele ontwikkeling
Slide 10 - Carte mentale
belangrijke begrippen:
Identiteitsverwerving.
eigenwaarde
stadium identiteit versus identiteitsverwarring van Erikson
Slide 11 - Diapositive
In het filmpje zie je de 3 morele stadia met voorbeelden van kinderen/ jongeren in de verschillende fasen. We bekijken daarna of de studenten zelf nog voorbeelden kunnen bedenken in hun klas/ thuis waarin verschillende stadia te zien zijn.
Slide 12 - Diapositive
Bespreken met elkaar van voorbeelden in de verschillende stadia vanuit hun eigen ervaring.
