8.6 De verzorgingsstaat

8.6 De verzorgingsstaat
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

8.6 De verzorgingsstaat

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

De overheid helpt een handje
Verzorgingsstaat => Een land waar de overheid sterk verantwoordelijk is voor de burgers  

Als je in Nederland niet of onvoldoende in je onderhoud kunt voorzien, dan kun je een uitkering krijgen. Er zijn twee soorten uitkeringen:
  • Uitkering voor werknemers.
  • Uitkeringen voor iedereen.

Slide 3 - Diapositive

Uitkeringen voor werknemers
  • Je wordt werkloos. Als je ten minste acht maanden hebt gewerkt, krijg je werkloosheidsuitkering (WW).

  • Je wordt ziek. Als je ziek wordt, betaalt je werkgever maximaal twee jaar 70% van je loon door.

  • Je wordt arbeidsongeschikt. Door een ongeluk kun je bijvoorbeeld langdurig niet meer werken. Je krijgt dan maximaal 75% van je vroegere loon.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Uitkeringen voor iedereen
  • Ouderenpensioen (AOW). Vanaf de pensioenleeftijd krijgt iedereen een vaste uitkering.

  • Kinderbijslag. Ouders krijgen kinderbijslag tot hun kinderen 18 zijn.

  • Bijstand. Als je geen recht hebt op een andere uitkering, dan kun je een bijstandsuitkering aanvragen.

Slide 6 - Diapositive

Verzorgingsstaat te duur?
Om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden heeft de overheid maatregelen moeten nemen:

  • Bezuinigen: de uitkeringen zijn verlaagd en de voorwaarden strenger geworden
  • Als je gebruik maakt van zorg betaal je een eigen bijdrage.
  • De pensioenleeftijd is verhoogd van 65 naar 67.
  • De overheid probeert meer banen te creëren.

Slide 7 - Diapositive

Politiek en de verzorgingsstaat
*Liberalen: eigen verantwoordelijkheid, lage uitkeringen, dan gaan mensen hun best doen om werk te vinden (VVD D66).

* Christendemocraten: Verantwoordelijkheid van de samenleving. Je moet voor elkaar zorgen (CU/CDA)  

*Socialisten: overheid moet zorgen voor de zwakkeren in de samenleving. Niemand is vrijwillig arm (SP PvdA).

Slide 8 - Diapositive

Iedereen heeft recht op WW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Iedereen heeft recht op WW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Alleen werkende hebben recht op bijstand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Zij vinden dat armoede je eigen verantwoordelijkheid is.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 12 - Quiz

Zij vinden dat armoede opgelost moet worden met elkaar.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 13 - Quiz

Zij vinden dat armoede opgelost moet worden door de regering.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig aan de slag!
Maken de opdrachten van paragraaf 8.6

1 t/m 7, 9, 10 + samenvattingen H8

Slide 15 - Diapositive