8.6 De verzorgingsstaat

Thema werk
8.5 De verzorgingsstaat

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema werk
8.5 De verzorgingsstaat

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik vorige lessen

Zelfstandig werken aan opdrachten

Uitleg


Slide 2 - Diapositive

Leerdoel

Aan het eind van de les kunnen jullie in eigen woorden beschrijven wat een verzorgingsstaat is en waar je recht op hebt in Nederland

Slide 3 - Diapositive

Iemand niet aannemen omdat ze zwanger kan worden is voorbeeld van ... discriminatie:
A
Vrouwen
B
Niet Nederlandse achtergrond
C
Leeftijds
D
Handicap of ziekte

Slide 4 - Quiz

Als je onterecht ontslagen wordt kun je:
A
Naar de rechter gaan
B
Naar de vakbond gaan

Slide 5 - Quiz

Als je op staande voet ontslagen wordt heb je recht op een uitkering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

De regering doet aan positieve discriminatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Een blanke man aannemen is een voorbeeld van positieve discriminatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een land waar genoeg ziekenhuizen beschikbaar zijn voor de burgers
B
Alle maatregelen die ervoor zorgen dat burgers hun basisbehoeften kunnen vervullen
C
Het overzicht van de kosten van alle uitkeringen voor werkenden en niet-werkenden
D
Een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is

Slide 10 - Quiz

De overheid helpt een handje
Verzorgingsstaat --> Een land waar de overheid de burgers helpt als dat nodig is

Als je in Nederland niet of onvoldoende in je onderhoud kunt voorzien, dan kun je een uitkering krijgen. Er zijn twee soorten uitkeringen:
  • Uitkering voor werknemers.
  • Uitkeringen voor iedereen.

Slide 11 - Diapositive

Uitkeringen voor werknemers
  • Je wordt werkloos buiten je schuld om. Als je ten minste acht maanden hebt gewerkt, krijg je werkloosheidsuitkering (WW). 

  • Je wordt ziek. Als je ziek wordt, betaalt je werkgever maximaal twee jaar 70% van je loon door.

  • Je wordt arbeidsongeschikt. Door een ongeluk kun je bijvoorbeeld langdurig niet meer werken. Je krijgt dan maximaal 75% van je vroegere loon.

Slide 12 - Diapositive

Uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid is onzin. Er is altijd wel werk te doen.
eens
oneens

Slide 13 - Sondage

Uitkeringen voor iedereen
  • Ouderenpensioen (AOW). Vanaf de pensioenleeftijd krijgt iedereen een vaste uitkering. (vraag3 = inkomensonafhankelijk)

  • Kinderbijslag. Ouders krijgen kinderbijslag tot hun kinderen 18 zijn.

  • Bijstand. Als je geen recht hebt op een andere uitkering, dan kun je een bijstandsuitkering aanvragen (= voor de armsten)

Slide 14 - Diapositive

Vraag 6: Sommige mensen vinden het oneerlijk dat alle ouders met kinderen onder de 18 jaar kinderbijslag krijgen.
 
Bedenk welke groep ouders zij willen uitsluiten van de kinderbijslag en welk argument ze daarvoor gebruiken.

--> Ouders met een hoog inkomen. Zij hebben geen bijdrage in de kosten van hun kinderen nodig. 
--> Wat vinden jullie? Zouden die wel of geen kinderbijslag moeten krijgen?

En wat vinden jullie hiervan: Kinderen krijgen/nemen is een eigen keuze. Waarom zit hier een uitkering van de overheid aan vast? 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Verzorgingsstaat wordt te duur (o.a. door vergrijzing)
Om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden heeft de overheid maatregelen moeten nemen:

  • Bezuinigen: de uitkeringen zijn verlaagd en de voorwaarden strenger geworden
  • Als je gebruik maakt van zorg betaal je een eigen bijdrage.
  • De pensioenleeftijd is verhoogd van 65 naar 67.
  • De overheid probeert meer banen te creëren.

Slide 18 - Diapositive

"Tot je 67e levensjaar werken is te lang"

Eens of oneens? Waarom?

Slide 19 - Diapositive

Tot je 67ste werken is veel te lang.
eens
oneens

Slide 20 - Sondage

Politiek en de verzorgingsstaat
* Liberalen: eigen verantwoordelijkheid, lage uitkeringen, dan gaan mensen hun best doen om werk te vinden (VVD D66).

* Christendemocraten: Verantwoordelijkheid van de samenleving. Je moet voor elkaar zorgen (CU/CDA)  

* Socialisten: overheid moet zorgen voor de zwakkeren in de samenleving. Niemand is vrijwillig arm (SP PvdA).

Slide 21 - Diapositive

In een................samenleving nemen mensen verantwoordelijkheid voor elkaar.
A
sociale
B
collectieve
C
participatie
D
egoïstische

Slide 22 - Quiz

Iedereen heeft recht op WW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Alleen werkenden hebben recht op bijstand
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Zij vinden dat armoede je eigen verantwoordelijkheid is.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 25 - Quiz

Zij vinden dat armoede opgelost moet worden met elkaar.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 26 - Quiz

Zij vinden dat armoede opgelost moet worden door de regering.
A
Christendemocraten
B
Liberalen
C
Socialisten

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!
Afmaken 8.5 opdracht 1 t/m 8

Maak samenvatting en Begrippenlijst.

Slide 28 - Diapositive