SPQR thema 1, 2 en 3 t/m les 16 leerdoelencheck

Leerdoelencheck Latijn 
Thema 1, 2 en 3 t/m les 16
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leerdoelencheck Latijn 
Thema 1, 2 en 3 t/m les 16

Slide 1 - Diapositive

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
feminam
feminis
femina
feminas
feminae
feminis
feminae
femina
feminae
feminarum

Slide 2 - Question de remorquage

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
donum
dona
donum
dono
donis
donorum
doni
dona
donis
dono

Slide 3 - Question de remorquage

Noteer het rijtje van rex

Slide 4 - Question ouverte

Groep 1
(femina)
Groep 2
(servus/
donum)
Groep 3
(rex/
nomen)
silentium
custos
turba
pater
Romanus
puella
puer
caput

Slide 5 - Question de remorquage

welke naamval kan 'pugnae' NIET zijn?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 6 - Quiz

Hoe kun je 'nominibus' NIET vertalen?
A
voor de namen
B
van de namen
C
met de namen
D
door de namen

Slide 7 - Quiz

Welke naamval is 'eum/eam'
A
nominativus
B
ablativus
C
dativus
D
accusativus

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je 'ei' NIET vertalen?
A
voor hem
B
voor haar
C
zij
D
hun

Slide 9 - Quiz

Welke naamval is 'me'
A
nominativus
B
ablativus
C
dativus
D
accusativus

Slide 10 - Quiz

Hoe kun je 'vobis' vertalen?
A
voor jullie
B
van jullie
C
door ons
D
voor ons

Slide 11 - Quiz

Sleep alle functies en vertalingen naar de naamval waar ze bij horen.
nominativus
genitivus
dativus
accusativus
ablativus
Bijvoeglijke bepaling
Onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
vertalen met 'van'
vertalen met 'aan/voor' 
vertalen met 'met/door/in'

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Diapositive

Welke werkwoordstam bestaat NIET in het Latijn?
A
a-stam
B
e-stam
C
mk-stam
D
o-stam

Slide 14 - Quiz

Sleep de vormen naar de juiste stam
a-stam
e-stam
i-stam
mk-stam
clamare
amittere
audire
invitare
accendere
regere
tenere
scire
gaudere

Slide 15 - Question de remorquage

Welke vier werkwoordstijden kennen jullie in het Latijn? Schrijf ze alle vier op.

Slide 16 - Question ouverte

Sleep de uitspraken, vormen en vertalingen naar de juiste tijd.
Praesens
Imperfectum
perfectum
Plusquamperfectum
infinitivus op -re
Heeft een imperativus
infinitivus op -isse
ik riep/ik heb geroepen
ik roep
Heeft geen inf. (2 antwoorden!)
ik riep
ik had geroepen
Vocat
vocavit
vocabat
vocaverat

Slide 17 - Question de remorquage

Zet 'amiseras' in het meervoud (houd tijd en persoon gelijk)

Slide 18 - Question ouverte

Zet 'emisti' in het meervoud (houd tijd en persoon gelijk)

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het meervoud van 'mittit'?
A
mittunt
B
mittent
C
mittant
D
mittint

Slide 20 - Quiz

Wat is de vertaling van gaudebant?
A
zij is blij
B
zij zijn blij
C
zij waren blij
D
zij zijn blij geweest

Slide 21 - Quiz

Vertaal: spectabamus

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal: iusserant

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Met welke drie rijtjes van het zelfst. nw. komt de vervoeging van het bijv. nw. type 'longus' overeen?

Slide 25 - Question ouverte

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
fortis
fortes
forti
fortium
fortem
fortibus
fortibus
forti
fortis
fortes

Slide 26 - Question de remorquage

Fortis wordt voor mannelijk/vrouwelijk gebruikt. Wat is de onzijdige vorm van 'fortis'?
A
fortem
B
fortum
C
forte
D
fortium

Slide 27 - Quiz

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.

matrem (bonus)

Slide 28 - Question ouverte

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de juiste vorm.
Noteer alleen het bijvoeglijk naamwoord.

matrem (fortis)

Slide 29 - Question ouverte

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste type rijtje
type longus
type fortis/ingens
pulcher
felix
laetus
invitare
novus
illustris
lenis
tristis

Slide 30 - Question de remorquage

Laat de boel congrueren. 
nomen
noctes
militum
gladios
ingentes
pulchrum
audacium
obscurae

Slide 31 - Question de remorquage

Laat de boel congrueren. 
spectatores
equis
carminibus
mandatum
ferocibus
longis
multi
difficile

Slide 32 - Question de remorquage

Maak een selfie die aangeeft hoe goed je de leerdoelen van Latijn beheerst.

Slide 33 - Question ouverte