Hoofdstuk 2 uitleg en praktische opdracht

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Geschiedenis

A. van Putten

F. van Noortwijk

Hoofdstuk 2

Uitleg en praktische opdracht

Democratisering 

In de negentiende eeuw vond in een groot deel van Europa een proces van democratisering plaats. Absolute vorsten maakten plaats voor democratisch gekozen parlementen. Ook in Nederland gebeurde dit. De koning had nog wel veel te zeggen; zo mocht hij de leden van de Eerste Kamer benoemen. Ook mocht hij met zijn vetorecht wetsvoorstellen tegenhouden.

Kiesrecht

Vanaf 1848 kregen steeds meer mensen in Nederland kiesrecht. Eerst alleen de rijke mannen, maar later ook arbeiders en in 1919 uiteindelijk de vrouwen. Al deze groepen wilden invloed uit kunnen oefenen op het parlement. Ze wilden wetten creëren die hun sociale groep ten goede kwam. 

Liberalisme

Het liberalisme is een politieke stroming, waarin vrijheid centraal staat. Het waren in Nederland in de negentiende eeuw voornamelijk de rijke fabrikanten die zich konden vinden in het liberalisme. Ze wilden economische vrijheid zodat ze zoveel mogelijk winst konden maken. Ze wilden weinig bemoeienis van de regering en de koning.

Nu

Het liberalisme is nog steeds een grote politieke stroming in Nederland. Partijen zoals de VVD en de PVV zijn liberale partijen. Het kernwoord vrijheid zit al in de naam!

Socialisme

Socialisten in de negentiende eeuw kwamen grotendeels uit de arbeidersklasse. Zij wilden in tegenstelling tot de liberalen juist veel bemoeienis van de regering. De regering moest de situatie van de arbeiders beter maken door wetten te maken over lonen en veiligheid op het werk. Ze wilden meer gelijkheid tussen de rijke en arme bevolking.

Nu

We hebben in Nederland een aantal socialistische partijen zoals de SP en GroenLinks. Ze komen nog steeds op voor de belangen van de zwakkeren in de maatschappij zoals bijvoorbeeld ouderen en minderheidsgroepen

Confessionalisme

De confessionelen waren streng gelovig. We hebben het dan over protestanten en katholieken. Zij richtten in de negentiende eeuw hun eigen politieke partijen op. 

Een belangrijk doel voor de confessionelen was het verkrijgen van subsidie voor gelovige scholen. In 1917 bereikten ze dit doel.  

Nu

De SGP en de ChristenUnie zijn voorbeelden van moderne confessionele partijen. Ook het CDA (Christen democratisch Appel) heeft een gelovige inslag. 

Feminisme

Feministen komen op voor de rechten van de vrouw. Volgens het feminisme moeten mannen en vrouwen dezelfde rechten hebben. In de negentiende eeuw hadden vrouwen geen kiesrecht dus het oprichten van politieke partijen had weinig zin. Wel richtten ze veel verenigingen op. Bijvoorbeeld om te strijden voor kiesrecht en het recht om te mogen werken.

Nu

Feminisme is nog steeds relevant. Bewegingen al #metoo geven aandacht aan de manier waarop vrouwen worden behandeld in de moderne wereld. 

Praktische opdracht

- Voor een cijfer

- In tweetallen

- Je maakt een poster over feminisme, confessionalisme, socialisme of liberalisme

- Je hebt drie lessen om eraan te werken

De uitleg van het begrip en het ontstaan van de stroming

Voorbeelden van politieke partijen, tijdschriften, kranten, clubs e.a.

Vroeger en nu

De stroming nu. Is de stroming nog relevant? Op welke manier. wat zien we terug in Nederland nu?

Belangrijke personen binnen deze stroming en waarom ze zo belangrijk waren/ zijn

Begrippenlijst. Lastige woorden die je bij je onderzoek bent tegengekomen.

tijdlijn. 

Onderdelen van de poster (opmaak is aan jullie zelf)