Grammatik 25.03

• Duits
• MBO
• Studiejaar 4

Guten Morgen 9AFHA!

Zutaten dieser Stunde

• Rückblick ⌚2-3 Min.
• Lernziel ⌚1 Min.
• Thema: Grammatik ⌚20-30 Min.
• Selbständig arbeiten (Aufgabe sich vorstellen) ⌚15-20 Min.
• Das Ende

Heutiges Lernziel

Aan het einde van de les heb ken je de werkwoorden haben, sein en werden

en

Heb je kennisgemaakt met de 'Höfflichkeitsform' möchten en hätten. 

Rückblick

1.  Ihr bedeutet in NL = ?
2. Hem betekent in DE =?
3. Haar betekent in DE = ?
4. Zij (mv) betekent in DE =?
5. Jou betekent in DE = ?

Grammatik: Haben, sein und werden

Haben-Sein-Werden

1. Heeft u al een keuze gemaakt?
2. U bent van harte welkom
3. Hebben jullie andere wensen?
4. Ik zal jullie vanavond begeleiden
5. Vanavond ben ik de gastheer/gastvrouw
6. Het hoofdgerecht wordt zo meteen geserveerd
7. Het is een zoete witte wijn

Höfflichkeitsform - Hätten und möchten

Hätten und Möchten

Als manager in de horeca hoor je extra vriendelijk te fungeren. In het Duits noem je dit de 'Höfflichkeitsform'.  De werkwoorden mögen (iets willen hebben) en haben (hebben) veranderen in möchten (zou graag willen/hebben) en hätten (zou graag willen). Z.B:

- Was möchten Sie trinken? = Wat zou u willen drinken? 
- Ich hätte gern ein Lachsfilet = Ik zou graag een zalmfilet willen
- Wann möchten Sie reservieren? = Wanneer zou u willen reserveren?
- Hätten Sie noch etwas dazu? = Zou u nog iets extra's erbij willen hebben?

Jawohl! Zeit für Übung!