4M CSE 2016-II

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Bespreking CSE 2016-II

4 mavo

Tekst 1

1) Wat is het onderwerp van de tekst 'Lang zal die leven'?

1. aandacht voor geluk in de gezondheidszorg
2. invloed van geluk op het maken van keuzes
3. tijd voor evidencebased geluk
4. verband tussen geluk en gezondheid

2) Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding van de tekst?

4) Welke afbeelding geeft het verband tussen geluk en gezondheid op de juiste manier weer?

1. Afbeelding A
2. Afbeelding B
3. Afbeelding C
4. Afbeelding D

6) Wat zegt Ruud Veenhoven over de vecht-of-vluchtmodus?
Volgens hem is deze altijd

1. handig bij de opbouw van een immuunsysteem
2. handig bij het klaarmaken voor actie op de korte termijn
3. schadelijk door het produceren van het stresshormoon cortisol
4. schadelijk door het verspillen van energie aan lichaamsactiviteiten

8) In de tekst worden nog twee specifieke doelgroepen genoemd waarbij het verband tussen geluk en gezondheid onderzocht is. Noteer de twee doelgroepen waar het om gaat.

10) Wat is de functie van de laatste alinea van deze tekst?

1. een advies geven aan de lezer
2. een afrondende conclusie geven
3. een nieuw gegeven toevoegen
4. een samenvatting geven

11) Wat is het voornaamste doel van de schrijver met deze tekst?
De schrijver wil de lezer

1. duidelijk maken dat de overheid meer aandacht moet besteden aan geluk.
2. ertoe aansporen gezonde keuzes te maken in het leven.
3. ervan overtuigen dat gelukkige mensen langer leven.
4. informeren van de effecten van levensinstelling op levensverwachting.

Vraag 11: let op kernwoorden!

duidelijk maken

aansporen                                   >> de rest is misschien niet meer zo

overtuigen                                         interessant!

informeren

Tekst 3

14) De tekst bestaat uit vier delen. Bij welk deel hoort de foto?

1. tekstdeel A
2. tekstdeel B
3. tekstdeel C
4. tekstdeel C

Tekst 4

16) Op welke wijze wordt het onderwerp van de tekst in alinea 1 ingeleid?

1. door een conclusie te trekken
2. door een pakkend verhaal weer te geven
3. door een samenvatting van de tekst te geven
4. door voor de tekst belangrijke vragen te stellen

17) Welk kopje past het beste bij de alinea's 2 en 3 samen?

1. Afname van contant betalen
2. Gemakkelijker uitgeven van virtueel geld
3. Minder waard worden van geld
4. Ontwikkelingen in het betalingsverkeer

19) Welke vergelijking maakt Henriëtte Prast hier?
Ze geeft aan dat

1. Franse francs en virtueel geld beide als speelgeld gezien kunnen worden.
2. in Frankrijk net als in Nederland te gemakkelijk geld uitgegeven wordt.
3. mensen nu te gemakkelijk geld uitgeven net als vroeger.
4. virtueel geld en buitenlands geld gemakkelijk uitgegeven worden.

20) Citeer het zinsgedeelte uit de alinea's 3 tot en met 5 waarin hetzelfde wordt beweerd.

23) Op welke wijze gebruikt de schrijfster de verklaringen van anderen in deze tekst?

1. om een verschijnsel te verklaren
2. om haar eigen standpunt te onderbouwen
3. om te laten merken het oneens te zijn met de uitspraken
4. Ze trekt de juistheid van de uitspraken in twijfel.

25) In alinea 8 wordt

1. een advies gegeven
2. een conclusie getrokken
3. een toekomstbeeld geschetst
4. een waarschuwing uitgesproken

26) Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst weer?

1. Antwoord A
2. Antwoord B
3. Antwoord C
4. Antwoord D

28) Leg uit wat het verschil is tussen de gratis digitale huishoudboekjes en de digitale huishoudboekjes van de banken.