Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
1.4 Patronen in weer en klimaat: Moesson en ENSO
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen van H1.4
1. Hoe ontstaan moessons?
2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel 1 van H1.4
1. Hoe ontstaan moessons?
De komende slides gaan allemaal over leerdoel 1
(Moessons -> Herhaling uit klas 3 hoofdstuk 5 India)
Slide 3 - Diapositive
1. Hoe ontstaan moessons?
De afbeelding geeft een ideaalbeeld weer van de luchtstromen op aarde, waarin er geen rekening is gehouden met de schuine stand van de aardas en de verdeling van land en zee.
Slide 4 - Diapositive
www.interactiveexplainers.com
Slide 5 - Lien
aardrijkskunde.dbz.be
Slide 6 - Lien
1. Hoe ontstaan moessons?
Bij de vorige 2 links kan je goed zien wat voor effect de schuine stand van de aarde tov. de zon heeft op in instraling van de zon.
De zon staat dus niet altijd loodrecht op de evenaar, maar beweegt door de schuine stand van de aardas in een jaar heen en weer tussen de keerkringen (23,5° N.B. en Z.B.). Een andere naam voor dit tropische minimum is de intertropische convergentiezone (ITCZ). Hier ontmoeten de noordoost- en de zuidoostpassaat elkaar
Slide 7 - Diapositive
Maart/September
Slide 8 - Diapositive
Januari
Slide 9 - Diapositive
1. Hoe ontstaan moessons?
Een gevolg van het verschuiven van het tropisch minimum (het lagedrukgebied bij de evenaar) zijn de moessons (=halfjaarlijks wisselende winden), in bijvoorbeeld India.
Slide 10 - Diapositive
Moessons komen niet overal rond de evanaar voor. De wind die links van Afrika en rechts van Z-Amerika waait, waait het hele jaar dezelfde richting op (richting de evenaar). Dat is dus een passaat en GEEN moesson.
Slide 11 - Diapositive
Moessons komen niet overal rond de evanaar voor. De wind die links van Afrika en rechts van Z-Amerika waait, waait het hele jaar dezelfde richting op (richting de evenaar). Dat is dus een passaat en GEEN moesson.
Slide 12 - Diapositive
Juli
Slide 13 - Diapositive
Moessons komen niet overal rond de evanaar voor. De wind die links van Afrika en rechts van Z-Amerika waait, waait het hele jaar dezelfde richting op (richting de evenaar). Dat is dus een passaat en GEEN moesson.
Slide 14 - Diapositive
Moessons komen niet overal rond de evanaar voor. De wind die links van Afrika en rechts van Z-Amerika waait, waait het hele jaar dezelfde richting op (richting de evenaar). Dat is dus een passaat en GEEN moesson.
Slide 15 - Diapositive
1. Hoe ontstaan moessons?
De gevolgen van de moesson in bijvoorbeeld India zijn groot. Het zorgt namelijk voor grote verschillen in neerslag.
Bij de volgende slide kan je goed zien hoe de ITCZ tussen de keerkringen beweegt en zorgt voor veel/weinig neerslag.
(Let op bijv. op India bij de animatie)
Slide 16 - Diapositive
lesmateriaal.geobronnen.com
Slide 17 - Lien
1. Hoe ontstaan moessons?
Bij stijgende lucht koelt de lucht af -> krimp de lucht -> valt er ... neerslag en bij dalende lucht warmt de lucht op -> zet de lucht uit -> valt er .... neerslag.
Vochtige aanlandige lucht zorgt voor ... neerslag en droge aflandige lucht zorgt voor ... neerslag.
De kant van een gebergte waar veel neerslag valt noem je de ... zijde en de kant waar weinig neerslag valt de ... zijde
Slide 18 - Diapositive
1. Hoe ontstaan moessons?
Bij stijgende lucht koelt de lucht af -> krimp de lucht -> valt er veel neerslag en bij dalende lucht warmt de lucht op -> zet de lucht uit -> valt er weinig neerslag.
Vochtige aanlandige lucht zorgt voor veel neerslag en droge aflandige lucht zorgt voor weinig neerslag.
De kant van een gebergte waar veel neerslag valt noem je de loefzijde en de kant waar weinig neerslag valt de lijzijde
Slide 19 - Diapositive
Moesson check
Welke maand?
Nat of droog?
Aanlandige- of aflandige wind?
Loef- of lijzijde?
Slide 20 - Diapositive
Moesson check
Welke maand?
Nat of droog?
Aanlandige- of aflandige wind?
Loef- of lijzijde?
Slide 21 - Diapositive
Moesson check
Slide 22 - Diapositive
Leerdoel 1 van H1.4
2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?
De komende slides gaan allemaal over leerdoel 2
(El Niño -> Herhaling uit klas 3 hoofdstuk 3 Chili)
Slide 23 - Diapositive
2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?
ENSO= El Niño - Southern Oscillation
Slide 24 - Diapositive
2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?
ENSO= El Niño - Southern Oscillation
El Niño: oceanische deel (hydrosfeer)
Southern Oscillation: atmosferische deel (atmosfeer)
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
OPDRACHTEN :)
Maken van 1.4: 1, 2, 4, 5, 6 (3 en 7 overslaan)
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Vidéo
Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Luchtdruk
Stijgende / dalende lucht
Neerslag
Windrichting
Normalesituatie
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Koud
Warm
Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Stijgende / dalende lucht
Dalende lucht
Stijgende lucht
Neerslag
Weinig
Veel
Windrichting
Aflandig
Aanlandig
Normalesituatie
Slide 36 - Diapositive
Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Luchtdruk
Stijgende / dalende lucht
Neerslag
Windrichting
El Niño situatie
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Warm
Koud
Luchtdruk
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Stijgende / dalende lucht
Stijgende lucht
Dalende lucht
Neerslag
Veel
Weinig
Windrichting
Aanlandig
Aflandig
El Niño situatie
Slide 40 - Diapositive
Bij La Niña zijn de klimaatomstandigheden precies het tegenovergestelde van
El Niño. Bij La Niña zijn er sterkere passaten waardoor grote hoeveelheden oceaanwater westwaarts gestuwd worden en de zeespiegel stijgt bij Indonesië en de Filipijnen.
Slide 41 - Diapositive
00:48
Waait de wind in de normale situatie zonder El Nino naar Chili toe of van Chili af?
A
naar Chili toe
B
van Chili af
Slide 42 - Quiz
01:39
Ontstaat er een lage- of hogedrukgebied in de kust voor Azië? Waarom? Geef een kenmerk!