Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling_basis
Doel van de les
Opfriscursus werkwoordspelling
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Doel van de les
Opfriscursus werkwoordspelling
Slide 1 - Diapositive
Merel Morre
als een eekhoorntje
dwars over straat
via een boom
over een schutting
niet meer in het oog springt
niet meer stuitert in je hart
niet meer dartelt in je dromen
huil dan
huil
tot de takken
van de bomen
Slide 2 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is de ‘persoonsvorm’ in een zin?
De persoonsvorm is een vervoegde vorm van het werkwoord. Het is de werkwoordsvorm die hoort bij het onderwerp van de zin.
Slide 4 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Vragend maken
Tijd veranderen
Getal veranderen
Slide 5 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De kat heeft alle brokjes opgegeten.
A
brokjes
B
heeft
C
de kat
D
opgegeten
Slide 6 - Quiz
tegenwoordige tijd
ik : ik-vorm zwem word
jij :
ik-vorm + t
zwem
t
word
t
hij/zij/het:
ik-vorm + t
zwem
t
word
t
wij: infinitief zwemmen worden
jullie: infinitief zwemmen worden
zij: infinitief zwemmen worden
Slide 7 - Diapositive
Sterk en zwak werkwoord?
Slide 8 - Diapositive
Zwakke of regelmatige werkwoorden
Bij de zwakke werkwoorden wordt achter de stam van het werkwoord in de verleden tijd de uitgang -de of -te geplaatst:
werken - werkte - gewerkt
kleien - kleide - gekleid
reizen - reisde - gereisd
Slide 9 - Diapositive
Wanneer pas je kofschiptaxietje toe?
Slide 10 - Diapositive
verleden tijd
ik : ik-vorm +
de/te
beloof
de
bak
te
jij : ik-vorm + de/te beloofde bakte
hij/zij/het: ik-vorm + de/te beloofde bakte
wij: ik-vorm +
den/ten
beloof
den
bak
ten
jullie: ik-vorm + den/ten beloofden bakten
zij: ik-vorm + den/ten beloofden bakten
Slide 11 - Diapositive
Tegenwoordige tijd
Wat gebeur... er?
A
Gebeurd
B
Gebeurt
Slide 12 - Quiz
Gisteren (pakken) ik de fiets uit de schuur
A
pakken
B
pakde
C
pakte
D
pak
Slide 13 - Quiz
Sterke werkwoorden
Bij sterke werkwoorden verandert de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op
-en:
lezen - las - gelezen
lopen - liep - gelopen
helpen - hielp - geholpen
wijzen - wees - gewezen
Slide 14 - Diapositive
Sterk of zwak werkwoord?
De hond blafte
A
sterk
B
zwak
Slide 15 - Quiz
Sterk of zwak werkwoord?
ik sliep
A
zwak
B
sterk
Slide 16 - Quiz
Sterk of zwak werkwoord?
Het vliegtuig vloog
A
sterk
B
zwak
Slide 17 - Quiz
Sterk of zwak werkwoord?
Zwemmen
A
sterk
B
zwak
Slide 18 - Quiz
Je of jij achter de pv
(Maken) jij je huiswerk altijd?
(Worden) jij nu alweer gebeld?
(Maken) je moeder altijd jouw huiswerk?
(Worden) je moeder nu alweer gebeld?
Slide 19 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord of werkwoord?
Mijn moeder heeft mijn boterhammen belegd.
Ik deed mijn belegde boterhammen in de tas.
Ik besteedde weinig geld aan kleding.
Het bestede bedrag aan kleding was vrij laag.
Slide 20 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Zaterdag 18 mei 2024 Herhaling werkwoordspelling
Mai 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12,13
Werkwoordspelling_basis
Février 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling_basis
Janvier 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling_basis
Janvier 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling_basis
Mai 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling_basis
Février 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling_basis
Juin 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling_basis
Avril 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1