NAH Z&B

Niet Aangeboren Hersenletsel
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Niet Aangeboren Hersenletsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ABC opdracht 
Je krijgt een A t/m Z formulier en schrijf bij elke letter een woord op die je kent, weet of tegen komt in de workshop en wat te maken heeft met NAH. 
QYZ zijn eruit gehaald. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitie NAH:


NAH is een afwijking of beschadiging van de hersenen die na de geboorte door ziekte of andere oorzaken is ontstaan, met soms grote, soms voor anderen, onzichtbare gevolgen voor de manier waarop de getroffene en zijn/haar naasten hun leven kunnen leven. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling
Focaal hersenletsel: Is ook wel plaatselijk. Focaal hersenletsel is een plaatselijke beschadiging van de hersenen door verschillende oorzaken.

Diffuus hersenletsel: is een verspreid hersenletsel zonder scherpe grenslijnen. Hierdoor zijn verschillende delen in de hersenen beschadigd.
Witte stof schade: Witte stof bevat uitlopers van zenuwcellen. Wanneer deze hersencellen niet meer goed met elkaar kunnen communiceren ontstaan er problemen, dit kan op verschillende gebieden. Dit hoeft niet gelijk voor de buitenwereld zichtbaar te zijn. (grijze stof verwerken).

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Traumatisch hersenletsel

Zonder schedelletsel:
(Verkeers)ongeval; val;
zwaar voorwerp tegen het hoofd;
klap tegen het hoofd;
shaken baby-syndroom.
Met schedelletsel:
Binnendringen van botgedeeltes als gevolg van schedelbreuk;
binnendringen van een voorwerp, zoals een kogel, steekwapen of ijzeren voorwerp.

Slide 6 - Diapositive

Hersenkneuzing
hersenschudding
whiplash
salem baby syundoorm 

Traumatisch hersenletsel ontstaat door een klap tegen je hoofd. Dit zijn 2 vormen van traumatisch hersenletsel:
Hersenschudding
Door een hersenschudding kun je je misselijk, moe, duizelig of in de war voelen. Ook kun je hoofdpijn hebben, en moeite met onthouden en slapen. Meestal word je binnen een paar weken tot maanden weer helemaal beter.
Hersenkneuzing
De klachten van een hersenkneuzing lijken op die van een hersenschudding, maar gaan vaak niet meer weg. Er zijn vaak problemen met zien, begrijpen en onthouden. Ook kun je moeite hebben met het bewegen van een deel van je lichaam.



Niet traumatisch hersenletsel






Cerebro Vasculair Accident (CVA)
Ontsteking hersenen (encefalitis)
Ontsteking                                                                          hersenvliezen(meningitis)
gezwel/tumor
Vergiftiging/intoxicatie
                             (drugs,alcohol)
reanimatie
bijna-verdrinking;
afsluiting luchtpijp, rookvergiftiging
epilepsie

Slide 7 - Diapositive

Niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in je lichaam.
Beroerte
zuurstofgebrek
stofwisseling aandoening
waterhoofd
degeneratieve ziekten
zwangerschacpscomplicates

Niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in je lichaam. Dit zijn verschillende vormen van niet-traumatisch hersenletsel:
Beroerte
Door een beroerte kan één kant van je lichaam verlamd raken. Ook kun je problemen met praten, zien en onthouden krijgen. Een beroerte komt meestal voor bij volwassenen boven de 65 jaar.
Hersentumor
De meeste patiënten met een hersentumor hebben last van hoofdpijn en epilepsie. Ook hebben zij vaak problemen met zien, horen, voelen, bewegen en denken.
Hersenvliesontsteking (meningitis)
Hersenvliesontsteking ontstaat door een virus of bacterie. Je krijgt plots koorts, ernstige hoofdpijn en een stijve nek. Soms lukt het niet meer om wakker te blijven. Vaak ben je ook in de war of vergeet je dingen snel.
Hersenontsteking (encefalitis)
De kenmerken van een hersenontsteking lijken erg op die van een hersenvliesontsteking. Het verschil is dat een hersenontsteking zich vaak minder snel ontwikkelt. In de loop van dagen tot weken krijg je langzaam steeds meer klachten.
NAH door te weinig zuurstof
In bepaalde situaties kunnen je hersenen niet genoeg zuurstof krijgen en daardoor schade oplopen. Dit proces kan plots gebeuren, bijvoorbeeld na een hartstilstand of als je bijna verdrinkt. Maar het kan zich ook langzamer ontwikkelen. Bijvoorbeeld nadat je giftige stoffen hebt ingeademd.
Neuroborreliose (ziekte van Lyme)
Als een besmette teek je bijt, dan kun je de ziekte van Lyme krijgen. Dit kan leiden tot allerlei klachten, zoals een scheef gezicht, een pijnlijke arm of been, of een hersenvliesontsteking.
Epidemiologie

  • Jaarlijks krijgen in Nederland naar schatting 130.000 tot           160.000 mensen te maken met een vorm van hersenletsel,        hiervan zijn er 19.000 kinderen en jongeren.
  • Jaarlijks houden ongeveer 40.000 mensen blijvende                    beperkingen over aan NAH.

Slide 8 - Diapositive

800.200 mensen
waren er in 2021 bij de huisarts bekend met een aandoening die kan leiden tot niet-aangeboren hersenletsel.

<65 jaar
Iets meer dan één derde van al deze mensen is jonger dan 65 jaar. Bij een hersentumor is dat bijna twee derde en bij een hersenschudding is dat zelfs 82%.
Feitjes over NAH
  • NAH ontstaat na de geboorte.
  • Het kan ontstaan door verschillende oorzaken.
  • Er ontstaat een breuk in de levenslijn. Door deze breuk is er sprake van een veranderd leven. Er is een tijd van vóór en een tijd na het hersenletsel. 
  • Hersenletsel verandert mensen, bijna niemand wordt weer zoals hij of zij was.
  • NAH is geen diagnose maar een verzamelnaam van allerlei aandoeningen in het brein.

 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevolgen van NAH

Lichamelijke gevolgen (zichtbare gevolgen)
Cognitieve gevolgen (onzichtbare gevolgen)
Psychische/sociaal-emotionele gevolgen  
Maatschappelijke gevolgen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zichtbare (lichamelijk) gevolgen
  • Hemiplegie
  • Hemiparese
  • Hemianopsie
  • Incontinentie
  • Epilepsie
  • verlamming/ uitval
  • coördinatieproblemen
  • over bewegelijkheid en spasme
  • zintuigelijke problemen
  • spraak problemen
  • slik en kauwprobeelmen
  • incontinentie 



Onzichtbare gevolgen
  • Cognitief: aandacht- en               concentratievermogen, vermoeidheid, geheugenstoornis (agnosie)
  • Communicatief: taal en spraakstoornissen (afasie, dysartrie)
  • Gedragsmatig: geen/verminderd ziekte inzicht, rusteloos, agressief, teruggetrokken
  • Emotioneel: karakterverandering, decorumverlies, verminderd zelfvertrouwen, onzekerheid, depressie
  • uitputtende vermoeidheid/ slaapproblemen
  • agnosie, neglect, apraxie

Slide 11 - Diapositive

Hemiplegie is verlamming van één kant van het lichaam. De oorzaak is een beschadiging van de hersenen tijdens de zwangerschap of tijdens het leven.

Mensen met een hemiparese kunnen grote moeite hebben met het bewegen van hun benen en armen. Zij hebben moeite met lopen, alsook verlies van

Als je hemianopsie hebt, dan zie je een deel van je omgeving niet of nauwelijks. Het kan zijn dat de hele linker- of rechterkant van je gezichtsveld ontbreekt. evenwicht.

 apraxie · je kunt niet of moeilijk uit jezelf met een handeling of activiteit beginnen · je doet dingen in een verkeerde of omgekeerde volgorde, zoals trui over de jas aan

deatoire apraxie en ideomotore apraxie.
Ideatoire apraxie
Bij ideatoire apraxie weet je niet meer in welke volgorde je iets moet doen. Daardoor doe je
dingen in de verkeerde of omgekeerde volgorde. Je trekt bijvoorbeeld je trui aan over je jas. Of
je vergeet delen van een handeling. Je zet bijvoorbeeld de waterkoker aan en vergeet er water
in te doen.
Ideomotore apraxie
Bij ideomotore apraxie weet je waar een bepaald voorwerp voor bedoeld is, maar weet je niet meer welke bewegingen je erbij moet maken. Als je bijvoorbeeld je veters wilt strikken, dan weet je niet meer hoe je met je vingers een lus maakt. En als je je haar kamt, dan doe je dat met de achterkant van de borstel.

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Neglect syndroom 
wat valt je op aan dit plaatje?

Slide 13 - Diapositive

Neglect is het gevolg van een hersenbeschadiging, meestal door een beroerte. Bij neglect wordt stelselmatig één lichaamshelft of een deel van de ruimte om iemand heen verwaarloosd.
Gedragsverandering

Bij gedragsverandering door een hersenaandoening is het eigen gedrag niet altijd meer goed onder controle. 
Het kan moeilijker zijn om over zichzelf na te denken of te zien hoe je veranderd bent (zelfreflectie). 
Het wordt dan lastig om in te schatten of de een situatie goed is aangepakt. .
Gedragsverandering is voor anderen uit de omgeving vaak een heftige ervaring

Slide 14 - Diapositive

Je hersenen regelen je gedrag en persoonlijkheid. Als door een hersenaandoening schade ontstaat in de hersenen, kan je gedrag veranderen. Wat dit precies betekent, is voor iedereen anders: de een doet bijvoorbeeld veel minder dan eerst,  terwijl een ander plotseling allerlei dingen doet zonder erover na te denken.

Enkele kenmerken van gedragsverandering zijn:

• je bent sneller boos of geïrriteerd, soms ben je zelfs agressief (prikkelbaarheid)
• je reageert niet altijd zoals het hoort in een sociale situatie (sociaal onaangepast gedrag)
• je toont geen initiatief, emoties, motivatie of enthousiasme (apathie)
• je voelt je niet meer jezelf (vervreemding)
• je doet of zegt dingen zonder erover na te denken, je hebt geen rem meer
• je lacht of huilt veel en zonder controle (dwanglachen of dwanghuilen)
• je begrijpt humor niet meer of maakt opmerkingen die anderen als beledigend ervaren
• je weet niet hoe je op de emoties van de ander kunt reageren
• je kunt je niet meer goed in anderen verplaatsen waardoor ze vinden dat je egoïstischer bent geworden
• je laat dwangmatig gedrag zien: alles moet volgens vaste routines

Als je naasten dit soort veranderingen in gedrag zien, denken ze vaak eerst dat het komt door alle emoties rond de hersenaandoening. Ze denken dat het wel weer goed zal komen. Soms is dat ook zo, maar gedragsveranderingen kunnen ook een blijvend gevolg zijn van de hersenaandoening. 

Ook komt het wel eens voor dat je niet meer goed kunt inschatten hoe anderen zich voelen of wat ze denken. Daardoor kan het gebeuren dat je niet meer goed op anderen reageert. Soms betekent dit dat je gedrag niet goed past in de situatie, en eigenlijk niet is zoals het hoort
Enkele kenmerken van gedragsverandering zijn:

• sneller boos of geïrriteerd, soms ben je zelfs agressief (prikkelbaarheid)
•  reageert niet altijd zoals het hoort in een sociale situatie (sociaal onaangepast gedrag)
•  toont geen initiatief, emoties, motivatie of enthousiasme (apathie)
•voelt zich niet meer jezelf (vervreemding)
• doet of zegt dingen zonder erover na te denken,  geen rem meer
• lacht of huilt veel en zonder controle (dwanglachen of dwanghuilen)
• laat dwangmatig gedrag zien: alles moet volgens vaste routines


Slide 15 - Diapositive

Je begrijpt humor niet meer of maakt opmerkingen die anderen als beledigend ervaren
• je weet niet hoe je op de emoties van de ander kunt reageren
• je kunt je niet meer goed in anderen verplaatsen waardoor ze vinden dat je egoïstischer bent geworden

Als je naasten dit soort veranderingen in gedrag zien, denken ze vaak eerst dat het komt door alle emoties rond de hersenaandoening. Ze denken dat het wel weer goed zal komen. Soms is dat ook zo, maar gedragsveranderingen kunnen ook een blijvend gevolg zijn van de hersenaandoening. 
Gevolgen in het dagelijkse leven

  • Grotere afhankelijkheid van anderen, minder zelfstandig kunnen zijn
  • Veranderende woonsituatie, bijv. een gedwongen verhuizing
  • Een kleinere wereld krijgen door minder mobiel zijn of afsluiten van de buitenwereld
  • Problemen in relaties, zowel met partner, kinderen als met vrienden.
  • Gevolgen voor naasten (overname deel van de zorg, veranderende relatie)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgaan met iemand met NAH
  • Neem de tijd
  • probeer geduldig te blijven 
  • omgaan met rouw en verlies
  • omgaan met veranderd gedrag
  • begeleiding geven aan mensen met sociale en culturele verschillen
  • omgaan met de naaste betrokkenen ( ondersteunen, uitleggen) 
  • wet- en regelgeving kennen (indicaties aanvragen)

Slide 17 - Diapositive

Tips voor het omgaan met iemand met nah
Neem de tijd. ...
Probeer geduldig te blijven. ...
Ken iemands (fysieke) mogelijkheden en klachten. ...
Kijk naar wat nog wel kan. ...
Kijk naar de mens. ...
Gebruik eenvoudige taal. ...
Wees duidelijk en consequent. ...
Werk samen met mantelzorgers.
Fasen rouwproces 
Ontkenning (dat gebeurt mij niet)
Boosheid (waarom ik?)
Onderhandelen en vechten (als ik maar gezond leef, dan...)
Verdriet (depressieve gevoelens)
Acceptatie (ik moet ermee leren leven)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Internetsites 
https://www.hersenstichting.nl/gevolgen-van-een-hersenaandoening/gedragsverandering/

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions