Les 12 Hoofdletters

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Oefeningen om je woordenschat uit te breiden 😎

Aan het einde van de les:
  • Weet je wanneer je hoofdletters moet gebruiken.
  • Kun je hoofdletters bijna altijd juist toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschat

Slide 3 - Diapositive

  • Aanschaffen: iets kopen.
  • Actief: bezig zijn, veel doen.
  • Bepalen: vaststellen, nauwkeurig aangeven.
  • Bevatten: inhouden.
  • Desnoods: als het echt niet anders kan.
  • Handhaven: ervoor zorgen dat iets blijft zoals het is.
  • Onderscheiden: verschillen herkennen en beoordelen.
  • Paragraaf: deel van een tekst dat kleiner is dan een hoofdstuk en groter dan een alinea.
  • Relatie: de band of verhouding tussen mensen, dingen of begrippen.
  • Sociaal: met gevoel voor wat anderen willen of denken.
  • Structuur: de wijze waarop iets is opgebouwd of georganiseerd.
  • Transporteren: iets of iemand van de ene plaats naar de andere brengen.
  • Verklaren: iets uitleggen en duidelijk maken.
  • Verticaal: in een rechtopstaande positie.
  • Weergeven: iets zichtbaar maken, tonen of beschrijven.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoofdletter
kleine letter
aan het begin van een zin
dagen, maanden en seizoenen
feestdagen
religieuze stomingen
aardrijkskundige namen

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Met of zonder hoofdletters?
A
Gucci
B
gucci

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

beste mevrouw schimmel

In de bovenstaande zin moet...
A
een hoofdletter
B
twee hoofdletters
C
drie hoofdletters
D
geen hoofdletters

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!

Bestudeer de theorie en maak opdracht: 
Nu Nederlands - Taalverzorging 
H 3.1: Hoofdletters opdracht 1 t/m 5


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions