Spelling H2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Een gebiedende wijs is:

1. u-vorm
2. hele werkwoord
3. hij-vorm
4. gebod of bevel

Gebiedende wijs

1. Bindt dit touw vast!
2. Bint dit touw vast!
3. Bintd dit touw vast!
4. Bind dit touw vast!

Wat is de gebiedende wijs?

1. Wees eens rustig
2. Morgen kom je om 8 uur op school

Gebiedende wijs 

... daarmee op!

1. Hout
2. Houd
3. Hou
4. Houdt

Gebiedende wijs

- Geen onderwerp in de zin

- Altijd ik vorm tegenwoordige tijd

Word eens volwassen!

Kleed je zoals je wil!

Wat is GEEN kenmerk van een gebiedende wijs?

1. Persoonsvorm staat vooraan
2. Geen onderwerp
3. Altijd enkelvoud
4. Uitroepteken

Welke is de gebiedende wijs?

1. iedereen moet aan het werk
2. eet smakelijk

(Zijn, gebiedende wijs) stil!

1. Ben
2. Is
3. Was
4. Wees

De gebiedende wijs heeft geen onderwerp.

1. Waar
2. Niet waar

Donderdag 13 januari

Uitleg hoofdletters

Begrepen? Even checken...

M. opdracht 8 en 10, blz. 149, 150

EXIT TICKET: wat wil je nog graag herhalen voor de toets?

prezi.com

hoofdletter

kleine letter

aan het begin van een zin

dagen, maanden en seizoenen

feestdagen

afleidingen van feestdagen

aardrijkskundige namen

hoofdletter

kleine letter

soortnamen afgeleid van aardrijkskundige namen 

eigennamen 

windstreken 

namen voor een specifiek volk

groepen die verwijzen naar een ras, stam of godsdienst

hoofdletter

kleine letter

historische gebeurtenissen

eerste woord van een aanhaling

tijdperken 

Is de zin goed of fout?

Zij is in januari jarig.

1. goed
2. fout

Waar staan de hoofdletters goed?

1. mevrouw Van Beek
2. mevrouw van beek
3. mevrouw van Beek

beste mevrouw bekius
In de bovenstaande zin moet...

1. 1 hoofdletter
2. 2 hoofdletters
3. 3 hoofdletters
4. geen hoofdletters

Met of zonder hoofdletters?

1. Gucci
2. gucci

Welke zin is goed?

1. 22 Leerlingen zitten in onze klas.
2. 22 leerlingen zitten in onze klas.

Kloppen de hoofdletters in deze zin?

'S ochtends moet Tim vroeg opstaan.

1. ja
2. nee

Je gebruikt hoofdletters en leestekens om een tekst beter leesbaar te maken

1. waar
2. niet waar

Waar staan de hoofdletters goed?

1. 'S middags gaat hij vroeg weg.
2. 's Middags gaat hij vroeg weg.
3. 's middags gaat hij vroeg weg.

EXIT TICKET: Dit onderdeel van hoofdstuk 2 wil ik graag maandag in de les herhalen: