Homoniemen, synoniemen, antoniemen

Homoniemen, synoniemen en antoniemen 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Homoniemen, synoniemen en antoniemen 

Slide 1 - Diapositive

Homoniem of niet?
pad
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Homoniem of niet?
Kussen
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Homoniem of niet?
water
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

De [aanslag] kun je makkelijk verwijderen.
A
misdadige aanval
B
laagje afgezet vuil
C
ernstige benadeling

Slide 5 - Quiz

U kunt het beste de [ring] nemen om er te komen.
A
cirkelvormig voorwerp
B
strijdperk
C
kring
D
rondweg

Slide 6 - Quiz

Wat een [spook]!
A
geest
B
waanvoorstelling
C
magere onuitstaanbare vrouw

Slide 7 - Quiz

Appels met [stekken] laat ik liggen.
A
loot
B
rotte plek
C
vaste aasplek

Slide 8 - Quiz

De oude man begint te [malen] over de energierekening.
A
fijnmaken
B
draaien(van een molen)
C
piekeren
D
in de war zijn

Slide 9 - Quiz

De wet maakt het mogelijk criminelen te [plukken].
A
van takken losmaken
B
ontdoen van veren
C
geld afpakken
D
trekken, peuteren

Slide 10 - Quiz

Carla wil [zich aansluiten] bij de tennisclub.
A
telefonisch verbinden
B
het met iets eens zijn
C
lid worden

Slide 11 - Quiz

Het lijkt mij een nogal [sterk] verhaal.
A
stevig gemaakt
B
veel van een bepaalde stof bevattend
C
vol spierkracht
D
overdreven

Slide 12 - Quiz

Synoniem voor:
meteen
A
later
B
morgen
C
direct
D
volgend jaar

Slide 13 - Quiz

Synoniem voor:
verwijderen
A
laten zitten
B
doorlopen
C
weghalen
D
breder maken

Slide 14 - Quiz

Antoniem
Een antoniem is een ander woord dat het tegenovergestelde betekent.

Bijvoorbeeld:
licht - donker
moeilijk - makkelijk
dag - nacht 

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn de antoniemen van 
deze woorden? 

1. Gezond 
2. Hier
3. Hoog
4. Warm
5. Zwak
6. Dwerg
7. Netjes

Je hebt 1 minuut de tijd om deze opdracht te maken.




timer
1:00

Slide 16 - Diapositive

Maar... is een antoniem wel altijd mogelijk?
Wat is bijvoorbeeld een antoniem van...
a. Lantaarnpaal
b. Stoplicht
c. Mol
d. Klok
e. Computer
f. Nederland

Uiteraard is er hier geen goed of fout, gebruik je creativiteit!  Schrijf op in je schrift.
Als je meerdere weet, schrijf deze dan ook op. 
timer
3:00

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Geef me de inhoud van de kas!

Ging dit over een...
A
homoniem
B
synoniem
C
antoniem

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Wat zag je op de vorige foto?
En is dit een homoniem, synoniem of antoniem?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Eponiem
Je bedoelt het voorwerp, maar noemt de maker:
"Ik heb thuis een originele Herman Brood aan de muur hangen."
"Hij bezat een echte Van Gogh, een oude Ford en een valse Stradivarius."

Woorden die naar een persoon zijn genoemd:
Achillespees --> Achilles, Griekse mythologische figuur.
fisbee --> William Russel Frisby

Slide 24 - Diapositive

Arrogant en hooghartig zijn:
A
Homoniemen
B
Synoniemen
C
Antoniemen
D
Eponiemen

Slide 25 - Quiz

Vorst (vrieskou) en vorst (koning) zijn eponiemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Pad (weggetje) en pad (soort kikker) zijn eponiemen.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Welke woord is een eponiem? Kies het juiste antwoord.
A
marxisme
B
democratisering
C
achterkamertjespolitiek

Slide 28 - Quiz

Wel woord is een eponiem?
A
dyscacullie
B
stelling van Pythagoras
C
chemiebedrijf

Slide 29 - Quiz

Welke woord is een eponiem? Kies het juiste antwoord.
A
fractuur
B
verstandskies
C
adamsappel

Slide 30 - Quiz

bank is een ...
A
homoniem
B
antoniem
C
synoniem
D
eponiem

Slide 31 - Quiz

veel-weinig is een ...
A
homoniem
B
antoniem
C
synoniem
D
eponiem

Slide 32 - Quiz

een achillespees is een …
A
een homoniem
B
een antoniem
C
een synoniem
D
een eponiem

Slide 33 - Quiz

Aan de slag!
  • Learnbeat 4.1 A en B (huiswerk deze week)
  • Afronden Learnbeat 5.1, 5.2 en 5.3 (deadline vrijdag)

Slide 34 - Diapositive