Imparfait

IMPARFAIT

(onvoltooid verleden tijd)


1. nous-vorm van het werkwoord

2. "ons" eraf

3. juiste uitgang erachter (jeais/tuais/il/elle/onait/nousions/vousiez/ils/ellesaient)


1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

IMPARFAIT

(onvoltooid verleden tijd)


1. nous-vorm van het werkwoord

2. "ons" eraf

3. juiste uitgang erachter (jeais/tuais/il/elle/onait/nousions/vousiez/ils/ellesaient)


Slide 1 - Diapositive

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait

Tu (regarder) regardais

Nous (chercher) cherchions

Marc (trouver) trouvait

Vous (aller) alliez

Laura et Joey (travailler) travaillaient

Slide 2 - Diapositive

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait

Nous (avoir) avions

Je (vouloir) voulais

Vous (faire) faisiez

Elle (être*) était               "ét" is de stam



Slide 3 - Diapositive

Let op

Er is = il y a    (avoir)

Er was = il y avait

Slide 4 - Diapositive

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait.
Je (faire)

Slide 5 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait
Nous (être)

Slide 6 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait
Vous (aimer)

Slide 7 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait
Elle (avoir)

Slide 8 - Question ouverte

Zet het werkwoord tussen haakjes in de imparfait
Gijs et Danique (vouloir)

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Noem het rijtje van
"grandir" in de imparfait

Slide 11 - Carte mentale

Noem het rijtje van
"réussir" in de imparfait

Slide 12 - Carte mentale