3V 4.3 en 4.4 huiswerk bespreken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

4.3 + 4.4 + 4.2

Houdt bij de hand:

Rekenmachine

Kladpapier + pen

(Boek H4)

4.3 Veiligheidsmaatregelen in het verkeer

Bij een botsproef wordt een auto opzettelijk tegen een muur gezet. Tijdens de botsing kreukt de hele voorkant in elkaar. 

Waarom wordt de voorkant niet steviger gemaakt?

Waarom wordt de voorkant van de auto niet steviger gemaakt?

Een kreukelzone is veilig bij een botsing want die:

1. verlengt de remweg
2. vergroot de versnelling
3. zorgt voor een kleinere botsafstand
4. verdeelt de kracht over de airbag

Welke veiligheids-maatregel zie je hier?

Een helm helpt bij een botsing, want die

1. verkort de remweg
2. verdeelt de kracht over een groter oppervlak
3. centreert de kracht van op een bepaald punt
4. staat cool in de ambulance

Stoppen

Hilde rijdt op haar fiets en ziet op t = 0 s het stoplicht op rood springen. Ze remt en komt precies voor de stopstreep tot stilstand. In de figuur zie je het bijbehorende (v,t)-diagram.

Hoe heet de tijd tussen t=0 en t=1,5?

Hoe hard rijdt Hilde als ze begint met remmen?

Hoe groot is de reactieafstand?

Hoe groot is de remafstand?

Hoe groot is de stopafstand?

4.4 Kracht en snelheidsverandering

F x △t = m x △v

Kracht F (N)

Duur van de stoot △t (s)

Massa m (kg)

Snelheidsverandering △v (m/s)

Een trein van 70 000 kg rijdt met een motorkracht van 35 kN bij het station weg. Na een minuut is de trein op zijn eindsnelheid. Bereken deze snelheid.

F x △t = m x △v

Kracht F (N)

Duur van de stoot △t (s)

Massa m (kg)

Snelheidsverandering △v (m/s)

Salomi schaatst met een snelheid van 8,0 m/s als ze een wak in het ijs ziet. Ze kan een remkracht van 100 N zetten en heeft een massa van 60 kg.
Bereken binnen hoeveel seconden ze stilstaat.









Salomi schaatst met een snelheid van 8,0 m/s als ze een wak in het ijs ziet. Ze kan een remkracht van 100 N zetten en heeft een massa van 60 kg.
Bereken binnen hoeveel seconden ze stilstaat.

4.2 Arbeid

4.2: Je fietst van huis naar school. De afstand is 4000 m. De voorwaartse kracht door het trappen is 35 N.
Bereken de arbeid die je spieren verrichten tijdens de rit naar school.

4.2: Je probeert de bovenste steen van een hunebed weg te duwen. Je levert een kracht van maximaal 1200N tijdens 33 seconden. De steen verplaats natuurlijk niet.
Hoe groot is de arbeid?

Einde!

Volgende les: lezen 4.5