2.1 Water is overal

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Startopdracht

Lezen in je boek: blz. 76 t/m 80

Markeer belangrijke zaken.

Klaar: inloggen in deze lessonup en even wachten

§2.1: Water is overal

p. 76

Waar gebruiken we water voor?

• Drinkwater voor mens, dier en natuur
• Oplosmiddel, om zout, ranja, verf, alcohol of zeep in op te lossen.
• Spoelmiddel, toilet doortrekken of een wond schoonmaken.
• Hulpmiddel bij de bereiding van voedsel, zoals bij koken.

Oppervlaktewater

• Al het water wat te zien is  aan het oppervlak van de aarde
• Slootjes, rivieren, meren en zeewater.
• Oppervlaktewater is meestal niet schoon genoeg om te drinken. 

Grondwater

• Al het water wat niet zichtbaar is, dus zich onder het oppervlak/in de bodem bevindt.
• Komt in de bodem terecht door regen of (smeltend) sneeuw
• Bevat veel zouten (opgelost uit de grond). Maar schoner dan oppervlaktewater, want geen schadelijke stoffen.
• Wordt gebruikt om drinkwater van te maken.

Drinkwater

• Drinkwater kan veilig worden gedronken.
• In flesjes, maar ook uit de kraan.
• Ook dit bevat nog wel opgeloste stoffen, zoals kalk, zouten, en zuurstof. Hoeveel kalk bevat water? Dat noemen we concentratie. 

Concentratie berekenen

           Concentratie geeft aan hoeveel van een stof in het totale mengsel aanwezig is.

Concentratie

• Oplossingen bestaan uit een oplosmiddel en een opgeloste stof.
• Hoe meer stof we oplossen, hoe hoger de concentratie
• Denk bijvoorbeeld aan suiker, hoe meer suiker, hoe zoeter -> hogere concentratie suiker.

Concentratie=​Volumeoplossing(L)​​Massaopgelostestof(g)​​

Dezelfde formule als dichtheid!

Concentratie=​Volumeoplossing(L)​​Massaopgelostestof(g)​​

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de concentratie?

1. concentratie = volume / massa stof
2. massa stof = concentratie / volume
3. concentratie = volume / massa stof
4. concentratie = massa stof / volume

Als je meer suiker in de thee doet, neem de concentratie toe.

1. Juist
2. Onjuist

Bijvoorbeeld. We hebben een blikje cola van 0,2L. Daarin zit 11 gram suiker. Bereken de concentratie in g/L.

(Huis)werk

Opgaven 1 t/m 6 op blz. 81

Test Jezelf maken van 2.1