H4.1 en 4.2 THV

Schrift, pen en boek op tafel
Schrijf de leerdoelen van deze les in je schrift.
je kunt het verschil tussen een open en een gesloten stroomkring uitleggen.
je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
je kunt uitleggen wat een isolator en een geleider is.
je kunt uitleggen wat stroomsterkte en spanning is.

  H4.1 en H4.2
STIL WERKEN
INSTRUCTIE
SAMENVATTING
timer
20:00
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Schrift, pen en boek op tafel
Schrijf de leerdoelen van deze les in je schrift.
je kunt het verschil tussen een open en een gesloten stroomkring uitleggen.
je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
je kunt uitleggen wat een isolator en een geleider is.
je kunt uitleggen wat stroomsterkte en spanning is.

  H4.1 en H4.2
STIL WERKEN
INSTRUCTIE
SAMENVATTING
timer
20:00

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 1
  • Stroomkring
  • Elektrische energie

  • Isolerende en geleidende stoffen

  • Stroomsterkte

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Paragraaf 1
  • Stroomkring
Bij deze stroomkring is het lampje met twee snoeren aangesloten op de batterij. Dit noemen we een stroomkring. 

    Slide 4 - Diapositive

    Wat moet een stroomkring sowieso bevatten?
    A
    - Spanningsbron - Verbindingssnoeren - Apparaat
    B
    - Spanningsmeter - Verbindingssnoeren - Apparaat
    C
    - Stroommeter - Verbindingssnoeren - Apparaat

    Slide 5 - Quiz

    Paragraaf 1
    Elektrische stroom bestaat uit bewegende lading (hoeveelheid elektriciteit) die door de onderdelen van de stroomkring beweegt. Onderbreek je de kring, dan valt de lading stil.

    • Elektrische energie
    Als het lampje brandt, dan verbruikt het elektrische energie. Deze energie wordt geleverd door de batterij.

      Slide 6 - Diapositive

      Paragraaf 1
      • Isolatoren en geleiders
                 Isolatoren                                      Geleiders
      rubber, hout, plastic, lucht.               alle metalen en koolstof

        Slide 7 - Diapositive

        Welke stoffen laten elektrische stroom gemakkelijk door?
        A
        koper, goud, steen
        B
        Rubber, ijzer, messing
        C
        goud, zilver, brons
        D
        koolstof, ijzer, plastic

        Slide 8 - Quiz

        Welke drie stoffen zijn isolatoren?
        A
        Rubber, plastic en hout
        B
        Plastic, tin en hout
        C
        Rubber, koolstof en hout
        D
        Plastic, koper en glas

        Slide 9 - Quiz

        Welke stof is geen geleider?
        A
        Alle metalen
        B
        Koolstof
        C
        hout
        D
        zout water

        Slide 10 - Quiz

        Paragraaf 1
        • Stroomsterkte
        Stroomsterkte (I) meet je in ampère (A).

        Stroomsterkte = de hoeveelheid deeltjes die in een seconde op een bepaalde plek door de draad stromen



          Slide 11 - Diapositive

          Slide 12 - Diapositive

          Stroomsterkte zegt je iets over:
          A
          Hoeveel deeltjes er langs 'stromen'
          B
          Hoe 'snel' de deeltjes gaan
          C
          Hoeveel elektrische energie een deeltje 'draagt'
          D
          Hoe 'energiek' een deeltje is

          Slide 13 - Quiz

          Slide 14 - Diapositive

          Een lamp gebruikt:
          A
          Elektrische stroom
          B
          Elektrische energie
          C
          Elektrische spanning
          D
          Elektrische weerstand

          Slide 15 - Quiz

          Paragraaf 2
          •  Spanning

          • Spanningsbronnen
          • Batterijen in serieschakeling
          • Netspanning (230 volt uit het stopcontact)

          Slide 16 - Diapositive

          Paragraaf 2
          •  Spanning
          Spanning (U) meet je in volt (V).

          Spanning = Verschil in elektrische energie die het deeltje op 2 punten in de stroomkring heeft. 


          Slide 17 - Diapositive

          Paragraaf 2
            Spanningsbronnen:
            • Lichtnet
            • batterij
            • accu 
            • dynamo




            Slide 18 - Diapositive

            Paragraaf 2
              • Spanningsbronnen

              Een kleine batterij levert ongeveer 1,5 volt

              Een stopcontact levert ongeveer 230 volt

              Een (elektrische) trein rijdt op 1500 volt


              Slide 19 - Diapositive

              Spanning zegt iets over:
              A
              Hoeveel deeltjes er langs 'stromen'
              B
              Hoe 'snel' de deeltjes gaan
              C
              Verschil in elektrische energie op 2 punten in stroomkring
              D
              Hoe 'energiek' een deeltje is

              Slide 20 - Quiz

              Hoeveel spanning komt er thuis uit een stopcontact?
              A
              22 volt
              B
              23 volt
              C
              220 volt
              D
              230 volt

              Slide 21 - Quiz

              Paragraaf 2
              • Batterijen in serieschakeling

              Vaak heb je meer dan een batterij nodig om
              aan de juiste spanning te komen.
              Je moet de batterijen in serie schakelen.

              Als je dit (goed) doet mag je de spanning optellen.

              Slide 22 - Diapositive

              Als je 4 batterijen van 1,5 volt in serie schakelt, dan krijg je een totale spanning van:
              A
              5,5 volt
              B
              6,0 volt
              C
              2,66 volt
              D
              2,5 volt

              Slide 23 - Quiz

              Normtempo 4.1 en 4.2
              Schrijf de leerdoelen van deze les in je schrift.
              je kunt het verschil tussen een open en een gesloten stroomkring uitleggen.
              je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
              je kunt uitleggen wat een isolator en een geleider is.
              je kunt uitleggen wat stroomsterkte en spanning is.

                Aan de slag
              timer
              20:00

              Slide 24 - Diapositive

              je kunt het verschil tussen een open en een gesloten stroomkring uitleggen.
              😒🙁😐🙂😃

              Slide 25 - Sondage

              je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen.
              😒🙁😐🙂😃

              Slide 26 - Sondage

              je kunt uitleggen wat een isolator en een geleider is.
              😒🙁😐🙂😃

              Slide 27 - Sondage

              je kunt uitleggen wat stroomsterkte en spanning is.
              😒🙁😐🙂😃

              Slide 28 - Sondage