Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In een doosje zitten 84 schroeven. Een timmerman haalt er 5 uit. Hoeveel blijven er over?
Slide 2 - Question ouverte
Uitleg
84 - 5 = ...
79
Slide 3 - Diapositive
Boer Geurtsen heeft 67 varkens. Boer Wouters heeft 107 varkens. Hoeveel heeft boer Wouters er meer dan boer Geurtsen?
Slide 4 - Question ouverte
Uitleg
107 - 67 = ...
107 - 60 = 47
47 - 7 = 40
Slide 5 - Diapositive
De moeder van Saar heeft 77 euro bij haar om een voetbal te kopen voor Saar. De voetbal die Saar graag wil hebben kost 50 euro. Hoeveel houdt de moeder van Saar nog over?
Slide 6 - Question ouverte
De flat waar de oma van Noah woont is 23 meter hoog. De mast die ernaast staat is wel 2 keer zo hoog! Hoe hoog is die dan?
Slide 7 - Question ouverte
Uitleg
23 + 23 = ...
20 + 20 = 40
3 + 3 = 6
40 + 6 = 46
Slide 8 - Diapositive
Iris heeft 61 postzegels. Stella heeft 40 postzegels. Hoeveel postzegels heeft Stella er minder dan Iris?
Slide 9 - Question ouverte
Een verkoper op de markt begint 's morgens met 82 peren. Er komt een klant die er 7 koopt, een klant die er 2 koopt en nog een die er 3 koopt. Hoeveel peren heeft de verkoper dan nog?
Slide 10 - Question ouverte
Uitleg
82 - 7 = 75
75- 2= 73
73- 3 = 70
Slide 11 - Diapositive
Wout moet 95 euro betalen. Hij heeft al 35 euro betaald. Hoeveel briefjes van 10 moet hij nog geven?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 12 - Quiz
Sam, James, Bart en Morris moeten 60 Donald Ducks rondbrengen. Ze verdelen het eerlijk, hoeveel moet ieder er rondbrengen?
Slide 13 - Question ouverte
Kian koopt een pakje kauwgom voor 70 cent. Ze betaalt met 4 munten van 20 cent en 1 munt van 10 cent. Hoeveel cent krijgt ze terug?
Slide 14 - Question ouverte
Uitleg
De kauwgom kost 70 cent.
4 munten van 20 cent = 80 cent 1 munt van 10 cent = 10 cent