Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Lees het getal B af op de getallenlijn
A
0,2
B
1,2
C
0,4
D
1,4
Slide 2 - Quiz
17 + 18
A
33
B
34
C
35
D
36
Slide 3 - Quiz
Lees het getal D af op de getallenlijn
A
0,95
B
0,095
C
1,095
D
1,95
Slide 4 - Quiz
37 - 19
A
8
B
18
C
28
D
56
Slide 5 - Quiz
98 - 81
A
7
B
17
C
27
D
179
Slide 6 - Quiz
35 : 7
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 7 - Quiz
9x7
5 x 5
9 x 4
8 x 6
63
25
36
48
Slide 8 - Question de remorquage
10 x 7
8 x 8
25 x 3
6 x 7
70
64
75
42
Slide 9 - Question de remorquage
100 : 5
49 : 7
72 : 8
56 : 7
20
7
9
8
Slide 10 - Question de remorquage
12 : 2
A
6
B
7
C
5
D
3
Slide 11 - Quiz
15 : 3
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 12 - Quiz
20 : 5
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 13 - Quiz
72 : 9
A
8
B
9
C
6
D
7
Slide 14 - Quiz
60 + 81
A
121
B
132
C
152
D
141
Slide 15 - Quiz
85 + 43
A
89
B
118
C
128
D
108
Slide 16 - Quiz
84 - 61
A
33
B
23
C
32
D
41
Slide 17 - Quiz
233 + 170
A
303
B
403
C
423
D
453
Slide 18 - Quiz
76 - 23
A
49
B
51
C
43
D
53
Slide 19 - Quiz
149 + 123
A
272
B
397
C
227
D
269
Slide 20 - Quiz
654 - 129
A
425
B
505
C
525
D
512
Slide 21 - Quiz
487 - 390
A
97
B
98
C
99
D
94
Slide 22 - Quiz
456 + 789
A
1050
B
1175
C
1256
D
1245
Slide 23 - Quiz
843 + 78
A
945
B
921
C
821
D
876
Slide 24 - Quiz
Op welk moment van de dag is het? 13:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht
Slide 25 - Quiz
Op welk moment van de dag is het? 22:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht
Slide 26 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart voor 9
B
kwart over 9
C
9 uur
D
half 9
Slide 27 - Quiz
Op welk moment van de dag is het? 05:00
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht
Slide 28 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart over 10
B
kwart voor 10
C
kwart voor 11
D
kwart over 3
Slide 29 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart voor 6
B
kwart over 7
C
kwart over 6
D
kwart voor 8
Slide 30 - Quiz
Hoe laat is het?
A
kwart over 3
B
kwart voor 3
C
kwart over 9
D
kwart voor 9
Slide 31 - Quiz
Kirsten telt de parkeerplaatsen. Er zijn 537 parkeerplaatsen. 289 plaatsen zijn al bezet. Hoeveel lege plaatsen zijn er nog?
A
347
B
249
C
248
D
348
Slide 32 - Quiz
Piet heeft 7 mandjes en in ieder mandje zitten 70 koekjes Welke som hoort hierbij?
A
7x7=
B
7x70=
C
7+70=
D
70:7=
Slide 33 - Quiz
In een doosje zitten 84 schroeven. Een timmerman haalt er 5 uit. Hoeveel blijven er over?
Slide 34 - Question ouverte
Boer Geurtsen heeft 67 varkens. Boer Wouters heeft 107 varkens. Hoeveel varkens heeft boer Wouters er meer dan boer Geurtsen?
Slide 35 - Question ouverte
De moeder van Saar heeft 77 euro bij zich om een voetbal te kopen voor Saar. De voetbal die Saar graag wil hebben kost 50 euro. Hoeveel houdt de moeder van Saar nog over?