2.8 Spelling eerste les

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

2.8 Spelling

1. Sterke en zwakke werkwoorden

2. Verleden tijd van sterke werkwoorden

3. Meervoud van zelfstandige naamwoorden

Vraag

Infinitief	Verleden tijd
blazen	Hij ...
vergeten	Zij ...
zijn	Wij ...

Vraag

Sterke werkwoorden veranderen van klank!

Infinitief	Verleden tijd
blazen	Hij blies
vergeten	Zij vergat
zijn	Wij waren

Sterke

werkwoorden

hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Vraag

Kun je een voorbeeld van een zwak werkwoord geven?

Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank. 

Ze krijgen na de de ik-vorm -te of -de in het enkelvoud.

Ze krijgen na de ik-vorm -ten of -den in het meervoud.

Sterk of zwak?

DENKEN

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

tennissen

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

Maak nu zelfstandig

In je werkboek: 2.8 Spelling opdracht 4 en 5 (blz. 123)

Klaar? Lees de theorie over meervoud op blz. 124.

Schrijf in je eigen woorden op waarom het wel baby's is en geen shampoo's. Dit kan je zo aan ons uitleggen.

Ook daarmee klaar? Bedenk alvast waar je een minipresentatie over wil doen donderdag en zoek informatie erover op.

Alvast voor donderdag

1. Je kiest een onderwerp, mag van alles zijn!

2. Je krijgt 10 minuten om online op te zoeken wat je erover wil vertellen

3. Je schrijft vijf woorden op als geheugensteuntje

4. In kleine groepjes (van 4) vertel je om de beurt 

5. De rest luistert en ik loop rond

Donderdag

Leesboek mee!

Had je vorige week je boek niet bij je? 

Dan heb je alle vragen van Fictie 3.1 gemaakt.