Grootheden en eenheden 3F

grooteenheden en eenheden
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

grooteenheden en eenheden

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
 - Instructie: Lesson Up: 10 min
Werken opdrachten Studiemeter
- Kahoot: https://play.kahoot.it/v2/?quizId=e5c4ca7a-7419-46fd-be6a-934b7900f426&hostId=7414ff6a-b980-4336-acc6-b26c67d0423d
- Afsluiting: check je leerdoelen: 5 min
Wat heb je deze les geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 1.3 Gewicht

  • Je kent de verschillende gewichtsmaten
  • Je leert gewichtsmaten omrekenen

Slide 3 - Diapositive

Je kent de verschillende gewichtsmaten

Slide 4 - Diapositive

 Gewicht
Welke gewichtsmaten ken je en wanneer kom je ze tegen?

Slide 5 - Diapositive

Gewichtsmaten
Meest gebruikte gewichtsmaten

Slide 6 - Diapositive

Je kunt de gewichtsmaten omrekenen

Slide 7 - Diapositive

Oefenen: maten omrekenen

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden

Slide 9 - Diapositive

Oefenen
Hoeveel mandarijnen
passen er in een kilogram?
aantal
2
gram
133
1000

Slide 10 - Diapositive

Antwoord
2 mandarijnen: 133 gram
1 mandarijn: 66,5 gram
1 kg = 1000 g
1000 : 66,5 is ongeveer 15.
aantal
2
1
gram
133
1000
66,5

Slide 11 - Diapositive

Oefenen
Hoeveel kilogram mag een voertuig 
maximaal wegen in deze zone?


Een ton is 1000 kg
3,5 ton is 3,5 x 1000 = 3500 kg

Slide 12 - Diapositive

Vraag 5
Mirthe heeft 25 stuks op.
Hoeveel milligram wegen
de stuks in de pot nog?
70-25=
aantal
70
gram
101,5

Slide 13 - Diapositive