speerpunten voor SE 3

Speerpunten voor de komende lessen:
1.  Bezetting van Nederland
2. Dekolonisatieproces na WO II
3. Europese samenwerking
4. Koude Oorlog: Marshallplan / Navo / BRD / DDR / Bouw Berlijnse Muur / 
    Breznjev-doctrine / Gorbatsjov
5. Economische welvaart in Nederland en jeugdcultuur (HC 3)
6. jaren 70, bezuinigingen onder Lubbers (HC 3)
7. Globalisering (HC 3)

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Speerpunten voor de komende lessen:
1.  Bezetting van Nederland
2. Dekolonisatieproces na WO II
3. Europese samenwerking
4. Koude Oorlog: Marshallplan / Navo / BRD / DDR / Bouw Berlijnse Muur / 
    Breznjev-doctrine / Gorbatsjov
5. Economische welvaart in Nederland en jeugdcultuur (HC 3)
6. jaren 70, bezuinigingen onder Lubbers (HC 3)
7. Globalisering (HC 3)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Koude Oorlog (1945 - 1991)
Definitie: de periode waarin twee systemen, het kapitalisme olv Amerika en het communisme olv de Sovjet-Unie, geen directe oorlog met elkaar voeren, maar elkaar wel beschouwen als een grote bedreiging.

Reden: angst 

Slide 3 - Diapositive

Kapitalisme:

- meer partijensysteem
- vrijheid van meningsuiting
- persvrijheid
- godsdienstvrijheid
- vrije markteconomie

Slide 4 - Diapositive

Communisme:

- eenpartijsysteem

- geen vrijheid van meningsuiting
- geen persvrijheid
- kritiek = 'vijand van het volk'
- door de staat geleide economie

- geen godsdienstvrijheid (> 'Opium voor het volk')

Slide 5 - Diapositive

Houding Amerika na WO II:
* Tot WO II: isolationisme
* Na 1945: actief ingrijpen in de wereld: 
   containmentpolitiek: 
  De politiek die erop gericht is om de uitbreiding van het
   communisme in de wereld tegen te gaan. 





 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Kenmerkende aspecten tijdvak Televisie en computer:
  • De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van de wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.
  • De dekolonisatie die een einde maakte aan de westerse hegemonie in de wereld.
  • De eenwording van Europa.
  • De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen (HC 3)
  • De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen (HC 3)

Slide 8 - Diapositive

Onderdelen Containmentpolitiek 

= de politiek om de voorkomen dat het communisme zich uitbreidt in de wereld:

1. Truman-doctrine (1947):

Ieder land dat zich bedreigd voelt door het communisme kan rekenen op de steun van Amerika.

Slide 9 - Diapositive

2. Marshallplan (1947)
' Alle landen die door WO II schade geleden hebben kunnen financieel  geholpen worden door de V.S.'  

Opmerking: dit aanbod gold ook voor de landen in Oost-Europa, maar deze  landen mochten van Stalin deze hulp  niet accepteren. 

Slide 10 - Diapositive

3. de Navo (1949)
  • Noord Atlantische Verdragsorganisatie
  • Een militair verdrag van landen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan.
  • Uitgangspunt: een aanval op één is een aanval op anderen.
  • Belangrijk:
  • In 1955 wordt West-Duitsland wordt toegelaten tot de Navo (!!!) >>>>
  • de SU richt het Warschaupact op.

Slide 11 - Diapositive

Gevolg Koude Oorlog voor de kaart van Europa:
  • Het ontstaan van het 
       'IJzeren Gordijn' = 
  • de grens tussen de kapitalistische landen in West-Europa en
  • de communistische landen in Oost-Europa
  • Zie kaart op de volgende slide:

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Ook belangrijk in Koude Oorlog:
begin Europese samenwerking: EGKS
Samenwerking op het gebied van de kolen- en staalproductie in Europa
(Fr/Dld !!! It/Benelux)
Daarna:
1. EEG
2. E.G.
3. EU.
Hiermee ontstond samenwerking in West-Europa (ipv oorlog)

Slide 15 - Diapositive

Koude Oorlog (1945 - 1991)
Definitie: de periode waarin twee systemen, het kapitalisme olv Amerika en het communisme olv de Sovjet-Unie, geen directe oorlog met elkaar voeren, maar elkaar wel beschouwen als een grote bedreiging met als gevolg een wapenwedloop en de dreiging van een atoomoorlog.
Reden: angst
  • Het communisme vreest de economische (en bijgevolg politieke) overheersing door  het Westen (zie kolonialisme en modern imperialisme)
  • Het kapitalisme vreest het idee van de wereldrevolutie

Slide 16 - Diapositive

Bestuurlijke situatie in Duitsland
  •  na capitulatie:
       4 bezettingszones

  • Vanaf 1949:
  • 2 landen
  • BRD (=West-Duitsland)
  • DDR (=Oost-Duitsland)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive



documentare over Berlijn en de Koude Oorlog (15 minuten)

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo

Bouw van de Berlijnse Muur (1961)
  • Velen vluchtten via Berlijn naar het Westen (gat in het IJzeren Gordijn)
  • Vooral: jongeren en hoogopgeleiden
  • economische schade en slechte propaganda voor communisme
  • 12/13 augustus: doorgangen Oost- naar West-Berlijn worden afgesloten
  • Begin Bouw van de Muur

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Naast spanningen met Westen,
ook interne problemen in Oostblok:
De wens van de volken om democratische hervormingen als vrijheid van meningsuiting >
Opstanden in  
- de DDR (1953)
- Polen (1953)
- Hongarije (1956)
Reactie USSR:
Hard neergeslagen door leger

Slide 28 - Diapositive

SU greep ook in bij de 'Praagse Lente' (1968)
  • Dubcek, nieuwe communistische leider, wil hervormingen: 
  • 'communisme met een menselijker gezicht'
  • Augustus: Warschaupactlanden vallen Praag binnen
  • Brezjnev (leider SU 1964 -1982) komt met 'Brezjnevdoctrine' 

  • 'Als in een land van het Warschaupact (=Oostbloklanden) het communisme in gevaar wordt gebracht, dan moeten de andere landen van het Warschaupact te hulp schieten'
  • Gevolg:
  • Hard militair ingrijpen >

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Conclusie:
Rusland grijpt onder Stalin (1928 - 1953), Chroesjtsjov (1956 -1964) en Brezjnjev (1964 - 1982) met het leger in als het volk in de Oostbloklanden democratische hervormingen eist.

Belangrijk: Gorbatsjov (1985-1991) zou met deze politiek breken door niet militair in te grijpen in de Oostbloklanden!!
Grote gevolgen:
1. Val van de Muur (1989)
2. Uiteenvallen van de USSR (1991)


Slide 31 - Diapositive

Gorbatsjov
  • 1985 - 1991
  • Perestroika en Glasnost
  • ontwapening, o.a door:
  • plan Reagan: SDI project >
  • nieuwe investeringen nodig in SU 
  • maar:
  • geen geld

Slide 32 - Diapositive

Gorbatsjov
  • 1985 - 1991
  • Perestroika en Glasnost
  • ontwapening 
  • geen militair ingrijpen meer als  volk hervormingen wil (einde brezjnev-doctrine)
  • Gevolg: demonstraties in DDR leidden tot val van de Muur (1989)

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive